Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Op De Sensor Aansluiten; Aansluiting Voorbereiden; Aansluitstappen - Vega VEGADIS 81 Handleiding

Verberg thumbnails Zie ook voor VEGADIS 81:
Inhoudsopgave

Advertenties

Veiligheidsinstructies
Aansluitkabel -
4 ... 20 mA/HART-sensor
Aansluitkabel -
PA-/FF-sensor
Kabelafscherming en
aarding
Aansluittechniek
VEGADIS 81 •
5

Op de sensor aansluiten

5.1

Aansluiting voorbereiden

Let altijd op de volgende veiligheidsinstructies:
Waarschuwing:
Alleen in spanningsloze toestand aansluiten.
De elektrische aansluiting mag alleen door opgeleide en door de
eigenaar geautoriseerde vakspecialisten worden uitgevoerd.
Indien overspanningen kunnen worden verwacht, moeten over-
spanningsbeveiligingen worden geïnstalleerd.
De VEGADIS 81 wordt met standaard vieraderige kabel op de sensor
aangesloten. Afhankelijk van de sensoruitvoering is afgeschermde
kabel nodig. Bijbehorende instructies vindt u in de handleiding van de
betreffende sensor.
Opmerking:
Een passende prefab aansluitkabel met aansluitbus M12x1 vindt u in
ons productprogramma.
De VEGADIS 81 wordt met een maximaal 25 m lange, afgeschermde
kabel met de sensor verbonden. Dit is voor de betrouwbare werking
van de VEGADIS 81 en de sensor absoluut noodzakelijk.
Opmerking:
Deze kabel met aansluitbus M12x1 en losse M12x1-stekker voor de
sensorbehuizing vindt u als PA-/FF-adapterkit in ons productprogram-
ma.
4 ... 20 mA/HART-sensor
Indien afgeschermde kabel nodig is, sluit u bij 4...20 mA/HART-sen-
soren de kabelafscherming aan beide zijden op het aardpotentiaal
aan. In de VEGADIS 81 en in de sensor moet de afscherming direct
op de interne aardklem worden aangesloten. De externe aardklem op
de betreffende behuizing moet laagohmig met de potentiaalvereffe-
ning zijn verbonden.
PA-/FF-sensor
Sluit bij PA-/FF-sensoren de kabelafscherming van de speciale kabel
slechts aan één zijde in de sensor aan op het aardpotentiaal. Hiervoor
is in de sensor de afscherming via de steekverbinding direct op de
interne aardklem aangesloten. De externe aardklem op de behuizing
moet laagohmig met de potentiaalvereffening zijn verbonden.
5.2

Aansluitstappen

De aansluiting van de voedingsspanning en de signaaluitgang wordt
via veerkrachtklemmen in de behuizing uitgevoerd.
De verbinding met de display- en bedieningsmodule resp. de interfa-
ce-adapter wordt via contactpennen in de behuizing uitgevoerd.
5 Op de sensor aansluiten
15

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave