Inbedrijfname - meet-
kringnaam
Inbedrijfname - medium
Inbedrijfname - toepas-
sing
VEGAPULS 65 • Profibus PA
6 In bedrijf nemen met de display- en bedieningsmodule
volgend worden gekozen en ingesteld op de juiste parameters. De
procedure wordt hierna beschreven.
In het menupunt "Sensor-TAG" bewerkt u een meetplaatsidentificatie
van twaalf tekens.
Daarmee kan aan de sensor een eenduidige naam worden gegeven,
bijv. de meetplaatsnaam of de tank- resp. productnaam. In digitale
systemen en voor de documentatie van grotere installaties moet voor
een nauwkeurige identificatie van de meetplaatsen een eenduidige
naam worden ingevoerd.
De mogelijke tekens zijn:
•
Letters van A ... Z
•
Getallen van 0 ... 9
•
Speciale tekens +, -, /, -
Ieder product heeft een ander reflectiegedrag. Bij vloeistoffen komen
daar onrustige oppervlakken en schuimvorming als storende factoren
bij. Bij stortgoed is dit de stofontwikkeling, het talud en extra echo's
door de tankwand.
Om de sensor aan deze verschillende meetomstandigheden aan te
passen, moet in dit menupunt eerst de keuze "vloeistof" of "stortgoed"
worden gemaakt.
Door deze instelling wordt de sensor optimaal op het product
aangepast en wordt de meetzekerheid vooral bij media met slechte
reflecterende eigenschappen duidelijk verbeterd.
Voer de gewenste parameter in via de betreffende toetsen, sla uw
instellingen op met [OK] en ga met [ESC] en [->] naar het volgende
menupunt.
Naast het medium kan ook de toepassing resp. de toepassingslocatie
de meting beïnvloeden.
Met dit menupunt is het mogelijk, de sensor op de meetomstandighe-
den aan te passen. De instelmogelijkheden hangen af van de keuze
"Vloeistof" of "Stortgoed" onder "Medium".
31