REMKO Inverter warmtepompen
n
Het aansluitschema en de elektrische sche-
ma's opvolgen.
n
De twee-aderige stuurleiding moet op de
klemmen F1, F2 en op de aardklem worden
aangesloten.
n
Let bij het aansluiten van de stuurleiding op de
juiste polariteit.
n
Wordt de buitenunit op een dak gemonteerd,
moet deze extra worden geaard, evenals de
dragende constructie (aansluiten op bliksemaf-
leider of fundamentaardanker).
n
Bij de serie WKF NEO 180 moet erop worden
gelet dat alleen de klemmen L1(R), L2(S),
L3(T) en N worden aangesloten (zie Afb. 10).
2
Afb. 8: Aansluitklemmen buitenunit WKF NEO 70
1: Display
2: Stroomaansluiting 230V/1~ /50Hz
3: Stuurleiding F1/F2
1
Afb. 9: Aansluitklemmen buitenunit WKF NEO 120
1: Stroomaansluiting 230V/1~ /50Hz
14
Afb. 10: Aansluitklem buitenunit WKF NEO 180
1
Let bij het aansluiten van de buitenmodule op
3
het correct aansluiten van de nulleiding, anders
gaan de varistoren op de netfilterprintplaat van
de buitenmodule kapot.
Temperatuursensoren
n
n
n
n
n
AANWIJZING!
Afhankelijk van het soort installatie, kan het
aantal benodigde voelers variëren.
Raadpleeg de hydraulische schema's voor de
voelerposities.
Standaard worden een buitenvoeler (S10), een
dompelvoeler (die bedoeld is als voeler voor
het warme tapwater - (S08)), evenals een
voeler voor de gezamenlijke aanvoer in de bin-
nenunit meegeleverd.
Bij het aansluiten van een zonne-energie-
installatie moet een PT-1000-voeler (S01) als
collectorvoeler en een PT-1000-voeler (S02)
als onderste reservoirvoeler worden gebruikt.
Alle voelers worden in de schakelkast van de
binnenunit volgens het aansluitschema aange-
sloten.