3.4.9
Sleutelschakelaar voor het overbruggen van noodbedrijf
3.4.10 Alternatieve transportsnelheid
3.4.11 Waarschuwingslampje
3.4.12 Knop Transportstop
16 / 30
Noodbedrijf wordt overbrugd met de sleutelschakelaar. Als de sleutelschakelaar
wordt geactiveerd, blijft het transportsysteem zonder onderbreking draaien en trans-
porteert het dienbladen van de dienbladplaatsing naar de spoelkeuken. De bestek-
delen moeten handmatig van het dienblad worden verwijderd voor het bereiken van
de bestekhefmagneet. Het gele waarschuwingslampje op het commandopunt gaat
branden wanneer de sleutelschakelaar wordt geactiveerd.
Zodra de transportspoelmachine weer werkt, moet de sleutelschakelaar worden ge-
deactiveerd.
Het amberkleurige waarschuwingslampje bevindt zich op het commandopunt. Af-
hankelijk van het ontwerp van het transportsysteem kan het de volgende functies
hebben:
De transportsnelheid wordt op het com-
mandopunt ingeschakeld met een tui-
melschakelaar of op het touchscreen en
is onmiddellijk actief. Het heeft effect op
het volledige transportsysteem.
Symbolen op het commandopunt:
(1) langzame transportsnelheid, bijvoor-
beeld bij lage belasting.
(2) Snellere transportsnelheid, bijv. bij
hogere belasting.
Noodbedrijf overbrugd
Het waarschuwingslampje brandt zolang
noodbedrijf is overbrugd.
Dienbladenstapelaar
Het waarschuwingslampje geeft de mo-
gelijke statussen aan:
•
Dienbladenstapelaar vol/bijna vol,
•
Dienbladenstapelaar niet in positie,
•
Tussenopslag vol.
Op de vaatwerkafruimstations kunnen
één of meerdere knoppen [Transport-
stop] bij de aanwezig zijn.
•
De knoppen stoppen de respectieve-
lijke werking
•
Als een knop wordt ingedrukt, lichten
alle knoppen wit op
•
De transportband wordt opnieuw ge-
start door op een willekeurige knop
[Transportstop] te drukken
9672933