Door nu telkens opnieuw kort op de 'prog.'-toets te drukken, verschijnen op het dis-
play de cijfers en letters van de betreffende parameter. Deze lopen van ! tot F, en
hebben de volgende betekenis:
Groep Keuze
!
I
@
#
$*
%
II
^
&
III
*
(*
A
B
IV
C*
D*
V
E
F
(met knip-
perende
punt)
VI
F
(punt knip-
pert niet)
Tabel 02. Overzicht en betekenis parameters
*) de waarde die bij deze instelling hoort is door de installateur te veranderen en werkt
natuurlijk alleen als deze instelling geactiveerd is.
**) fabrieksinstellingen
Omschrijving
Comfortniveau 1
Comfortniveau 2
Comfortniveau 3
Comfortniveau 4**)
C.V.-bedrijf AAN en
warmwaterbedrijf AAN**)
C.V.-bedrijf AAN en
warmwaterbedrijf UIT
Taptemperatuur 45 °C
Taptemperatuur 55 °C
Taptemperatuur 60 °C **)
C.V.-aanvoertemperatuur
60 °C
C.V.-aanvoertemperatuur
75 °C
C.V.-aanvoertemperatuur
90 °C **)
Pomp 3 minuten
nadraaien **)
Pomp continu draaien
Pompstand tijdens
C.V.-bedrijf. Parameter
F. geselecteerd (punt
knippert) betekent: pomp
draait snel
Toelichting
Hoe hoger het niveau, hoe sneller
u warm water heeft. Hoe lager het
niveau, hoe zuiniger het toestel is.
(zie parameter r, Tabel 05)
In een vakantieperiode kunt u met
instelling ^ voorkomen dat het tap-
watersysteem op temperatuur wordt
gehouden. Met uw kamerthermos-
taat kunt u bepalen of uw huis op
temperatuur wordt gehouden.
Met deze optie kunt u de tapwater-
temperatuur instellen.
(zie parameter 3, Tabel 05)
In de minder koude perioden van het
jaar hoeven de radiatoren niet zo heet
opgestookt te worden. U kunt met
deze parameters de aanvoertempera-
tuur verlagen. Dit hoeft niet als u een
modulerende regelaar heeft.
(zie parameter 1, Tabel 05)
Indien er gevaar is dat uw ver-
warmingssysteem bevriest, is een
continue watercirculatie wenselijk. U
realiseert dit met instelling E.
(zie parameter 2, Tabel 05)
Met deze parameter kunt u kiezen
of de pomp tijdens C.V.-bedrijf snel
of langzaam draait. Als u kiest voor
de parameter F zonder knipperende
punt, dan is de pompsnelheid te
veranderen met de schakelaar op
de pomp.
(zie Par. 7.4.4)
19