Bediening
Veiligheidsinstructies
6
Bediening
6.1 Veiligheidsinstructies
226
GEVAAR!
–
–
–
–
–
–
–
–
–
–
–
–
–
825E/830E/835E/840E Overslagmachine
Houd u aan
Ä Hoofdstuk 1 "Veiligheid"
op pagina 19.
Voer vóór de inbedrijfstelling de controlewerk-
Ä Hoofdstuk 4.6 "Controles
zaamheden uit (
vóór dagelijkse inbedrijfstelling"
op pagina 128).
Personen die aan of met de machine werken,
dienen daartoe opgeleid of geïnstrueerd te zijn.
De bediening en de werkzaamheden mogen
alleen door opgeleid personeel worden uitge-
voerd.
Voor alle werkzaamheden geldt: Werkzaam-
heden alleen uitvoeren als de ondergrond vast,
vlak en voldoende stabiel is.
Wees uiterst voorzichtig wanneer u de eindbe-
grenzing van de giek en het armuiteinde wilt
overbruggen.
Er is sprake van verhoogd risico op bot-
singen!
–
Alleen met uiterste voorzichtigheid werk-
zaamheden uitvoeren rondom de cabine.
–
Houd met alle onderdelen van de laadin-
stallatie en de lading een veiligheidsaf-
stand van minstens 1,5 m in acht tot de
cabine.
–
Bewegingen van de uitrusting met uiterste
voorzichtigheid uitvoeren.
Zorg ervoor dat er zich geen personen in de
gevarenzone bevinden.
Veilige afstand tot bovengrondse kabels aan-
houden.
Bedien de machine alleen vanaf de bestuur-
derszitplaats.
Laat de druk van het hydraulisch systeem af
voor het vervangen van een uitrustingsstuk.
Geen personen met de machine vervoeren.
Houd rekening met de omgevingsomstandig-
heden, bijvoorbeeld slecht zicht, windsnelheid,
enzovoort.
Gebruik de hijslasttabel die voor de machine
geldt.
Let op de vermogensspecificaties.
Controleer of het draagvermogen van ophang-
punten voldoende is.
» Vervolg zie de volgende pagina
02.02.2018