De machines worden geregeld door zowel de buitentemperatuur als de afvoer-
/kamertemperatuur.
Bijvoorbeeld:
DX-1 start bij een buitentemperatuur van 18
temperatuur en de afvoerlucht van 0,75
DX-2 start en DX-1 stopt bij een buitentemperatuur van 23
tussen deze temperaturen en de afvoerlucht van 1,5
DX-1 start opnieuw (DX-1 en DX-2 draaien) bij een buitentemperatuur van 28
een verschil tussen deze temperaturen en de afvoerlucht van 2,25
Het is mogelijk T in te stellen tussen iedere DX-stap in het menu.
Tegelijkertijd is het nodig een tijdfunctie op deze uitgangen te hebben, die minimaal 4
minuten voor het uitschakelen UIT moet zijn.
DX-koeler lineair (koeleraccu, verdeeld in 2 dezelfde groepen)
De koeleraccu wordt onderverdeeld in 2 groepen: 1-2. Het doel is een koeling te
leveren die 1/2 van het gewenste koeleffect dekt en een koeling die 1/2 van het
gewenste koeleffect dekt.
De machines worden geregeld door zowel de buitentemperatuur als de afvoer-
/kamertemperatuur.
Bijvoorbeeld:
DX-1 start bij een buitentemperatuur van 18
temperatuur en de afvoerlucht van 0,75
DX-2 start en DX-1 blijft aan bij een buitentemperatuur van 23
tussen deze temperaturen en de afvoerlucht van 1,5
Het is mogelijk T in te stellen tussen iedere DX-stap in het menu.
Tegelijkertijd is het nodig een tijdfunctie op deze uitgangen te hebben, die minimaal 4
minuten voor het uitschakelen UIT moet zijn.
Algemeen voor de DX-koeler:
De koeler start als de buitentemperatuur hoog genoeg is om te starten (18
afvoertemperatuur het instelpunt overschrijdt. Ervan uitgaande dat de
o
buitentemperatuur 19
C blijft maar de afvoerluchttemperatuur geleidelijk toeneemt,
moet de volgende stap wordt geactiveerd als de kamertemperatuur 5
boven het instelpunt komt, ook al blijft de buitentemperatuur 19
Algemene factoren:
Het volgende is van toepassing om de koeling te activeren:
Temperatuur boven ingestelde waarde (N-zone) tussen verwarming en
koeling Temperatuur tussen Comfort/Economy-verwarming en
Comfort/Economic-koeling (waarden ingevoerd in hoofdcontroller)
Voor de DX-machine moet 4 minuten tussen iedere start zitten
Het luchtvolume moet boven een minimumwaarde zitten (DX-start)
Warmteterugwinning (HR) output bij 0% (0 V)
Proefdraaien
De koeler zal starten als aan bovenstaande criteria is voldaan. Als het instelpunt is
o
ingesteld op 20
C (Comfort-verwarming) en Comfort-koeling is ingesteld op 23
eindzone op 3ºC), zal de koeler starten bij 23
een temperatuur registreert onder de 20
aanbevolen) kan de minimumtemperatuur van de toevoerlucht worden ingesteld om
koude trek te voorkomen. Aanbevolen wordt deze waarde laag in te stellen om te vaak
in-/uitschakelen van de koeler te voorkomen (verlengt de levensduur van de koeler).
Basic Documentation CS 1000
FLEXIT AS
o
C en een verschil tussen deze
o
C.
o
C en een verschil
o
C.
o
C en een verschil tussen deze
o
C.
o
C en een verschil
o
C.
o
C.
o
C en uitschakelen als de hoofdsensor
o
C. Bij een afvoercontrole (wat zeer wordt
o
C en
o
C.
o
C) en de
o
C (instelbaar)
o
C (de
84/103
94204