Wees voorzichtig in de buurt van water
• Maak de klep van de batterij/kaart niet open als u in de buurt van water
bent of wanneer uw handen nat zijn. Vermijd bij het verwisselen van de
batterij of de microSD-kaart plaatsen waar de camera nat of vies kan
worden en zorg dat de camera en uw handen volledig droog zijn.
• De camera zinkt wanneer hij in het water valt. Bevestig daarom de
draagriem aan de camera en doe de riem om uw pols wanneer u de
camera in of bij het water gebruikt.
• Om de waterdichtheid van de camera te verbeteren, is de voorzijde van
het objectief beschermd door glas. Houd het glas altijd goed schoon.
Vuil of water op het glas kan de kwaliteit van de opnamen negatief
beïnvloeden.
Voorzorgsmaatregelen tijdens gebruik van
de camera in water
• Gebruik de camera niet op plaatsen die dieper zijn dan 20 meter onder
water. Gebruik de camera niet langer dan 120 minuten ononderbroken
onder water.
• Open de klep van de batterij/kaart niet als u met de camera onder water
bent.
• Gebruik de camera niet in heet water of in een warmwaterbron.
• Oefen niet te veel druk uit op de camera, bijvoorbeeld door met de
camera in het water te duiken. Als u dat wel doet, is de camera wellicht
niet meer waterdicht of gaat de klep open.
• Leg de camera niet op het strand in het zand. De camera kan oververhit
raken en de openingen van de luidspreker en de microfoon kunnen
verstopt raken door zand.
• Zorg ervoor dat de camera niet wordt blootgesteld aan sterke trillingen,
schokken of druk. Dit kan tot gevolg hebben dat de waterdichtheid
verslechtert. Als de camera is blootgesteld aan sterke trillingen,
schokken of druk, laat de camera dan nakijken door het dichtstbijzijnde
servicecenter.
• Voorkom dat er zonnebrandcrème of zonnebrandolie op de camera
komt, omdat het oppervlak hierdoor kan verkleuren. Mocht er olie op de
camera komen, spoel hem dan onmiddellijk af met warm water.
• Plotselinge en extreme veranderingen in temperatuur kunnen tot gevolg
hebben dat zich in en op de camera condens vormt. Bewaar de camera
in een zak of tas om de verschillen in temperatuur te verkleinen.
Voorzorgsmaatregelen na gebruik van de
camera in water
• Open de klep van de batterij/kaart niet als de camera nat is. Veeg water
weg met een schone pluisvrije doek.
• De binnenzijde van de klep kan nat raken als u de klep opent. Veeg
water op de kleppen weg.
• Als u de camera schoonveegt terwijl er op de camera zand of stof
aanwezig is, ontstaan er mogelijk krassen op het oppervlak van de
camera. Controleer of de klep van de batterij/kaart goed gesloten is
voordat u de camera in kraanwater wast. Veeg de camera schoon met
een zachte doek nadat u de camera hebt gewassen.
• Veeg vuil of zand van de waterbestendige afdichting of het
contactoppervlak daarvan. De waterdichtheid van de camera kan
afnemen door een losse afdichting en door scheurtjes of deukjes in de
afdichting of het contactoppervlak ervan. Mocht er sprake zijn van
dergelijke beschadigingen, neem dan contact op met het dichtstbijzijnde
servicecenter.
• Als de camera erg vuil wordt of in zee is gebruikt, schakelt u de camera
uit en controleert of de klep van de batterij/kaart goed gesloten is. Spoel
de camera vervolgens schoon onder stromend kraanwater of laat de
camera korte tijd (2 of 3 minuten) in een teiltje met schoon water staan.
• Reinig de camera niet met zeepwater, milde schoonmaakmiddelen,
alcohol of soortgelijke vloeistoffen, omdat hierdoor de waterdichtheid in
gevaar kan komen.
33