Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Geheugenopslag In Modus; Geheugenopslag Op Afstand; Annuleren Van Een Radiozender; Annuleren Van Alle Radiozenders - Mhouse GD0 Gebruiksaanwijzing

Verberg thumbnails Zie ook voor GD0:
Inhoudsopgave

Advertenties

71
A
5.4.2 – Geheugenopslag in modus 2
Wanneer de radiozender in Modus 2 in het geheugen is opgeslagen, kan er
aan elke toets één van de volgende vier opdrachten gekoppeld worden:
"OPEN", "Gedeeltelijke Opening", " Alleen Openen" en " Alleen Sluiten".
In modus 2 is er voor elke toets een eigen opslagfase nodig.
1 Druk zoveel keer op toets P1 (afbeelding 71) van de besturingseenheid als
voor de gewenste opdracht nodig is, en kijk daarvoor op onderstaande tabel:
1 keer
Opdracht "OPEN"
2 keer
Opdracht "Gedeeltelijke Opening"
3 keer
Opdracht "Alleen Openen"
4 keer
Opdracht "Alleen Sluiten"
2 Controleer of het ledlampje P1 zoveel keer knippert als de tabel voor de
geselecteerde opdracht vermeldt.
3 Druk binnen 10 s tenminste 2 s op de gewenste toets van de radiozen-
der die in het geheugen opgeslagen moet worden.
Als het opslaan met goed gevolg werd uitgevoerd, zal de LED P1 3 maal
langzaam knipperen.
4 Indien er voor hetzelfde type opdracht nog meer zenders opgeslagen
moeten worden, dient u binnen nog eens 10 s stap 3 te herhalen; anders
wordt de fase van geheugenopslag automatisch beëindigd.
5.4.3 – Geheugenopslag op afstand
U kunt een nieuwe radiozender in het geheugen van de besturingseen-
heid opslaan zonder rechtstreeks op de toetsen van de besturingseen-
heid te drukken. U dient dan over een functionerende "OUDE" radiozen-
der te beschikken, die in het geheugen van de besturingseenheid is opge-
slagen. De "NIEUWE" radiozender die opgeslagen moet worden, "erft" de
kenmerken van de OUDE. Indien de OUDE radiozender in modus 1 opge-
slagen is, wordt ook de NIEUWE in modus 1 opgeslagen. In dit geval kunt
u tijdens de opslagfase op een willekeurige toets van de twee zenders
drukken. Indien de OUDE radiozender in modus 2 opgeslagen is, moet u
op de OUDE radiozender de toets met de gewenste opdracht indrukken
en op de NIEUWE de toets die u aan die opdracht wilt koppelen.
Ga met de twee zenders binnen het bereik van de automatisering staan
en voer de volgende stappen uit:
1 Druk tenminste 5s op de toets van de NIEUWE radiozender en laat hem
dan weer los.
2 Druk 3 keer langzaam op de toets van de OUDE radiozender.
Symptomen
De radiozender geeft geen enkel
signaal (led [A] gaat niet branden)
De manoeuvre gaat niet van start en
het ledlampje "OK" [B] knippert niet
De manoeuvre gaat niet van start en
het gebruikerslicht [F] brandt niet
De manoeuvre gaat niet van start en
het gebruikerslicht knippert enkele
keren
De manoeuvre gaat van start maar
onmiddellijk daarna loopt de deur terug
De manoevre wordt wel uitgevoerd,
maar het waarschuwingslicht werkt
niet
De manoeuvre wordt wel uitgevo-
erd, maar het gebruikerslicht fun-
ctioneert niet
B
TABEL 10
Waarschijnlijke oorzaak en mogelijke remedie
• Controleer of de batterijen leeg zijn en vervang ze eventueel (paragraaf 7.3.4. "Vervanging van de batterij
van de afstandsbediening").
• Controleer of de voedingskabel goed in het stopcontact van het elektriciteitsnet zit.
• Controleer of de zekeringen [D] of [E] in werking getreden zijn; zo ja, ga dan na wat de oorzaak van de
storing is en vervang ze vervolgens met andere die dezelfde stroomwaarde en kenmerken hebben.
• Controleer of de instructie daadwerkelijk ontvangen is. Als de instructie correct bij de besturingseenheid
aankomt, moet het ledlampje "OK" 2 maal lang knipperen.
• Controleer of de ingang STOP actief is, d.w.z. of het ledlampje "STOP" [C] brandt. Is dit niet het geval,
controleer dan of de inrichting op de ingang STOP is aangesloten.
• De test van de fotocellen die aan het begin van iedere manoeuvre uitgevoerd wordt, heeft geen positief
resultaat gegeven. Controleer de fotocellen ook aan de hand van Tabel 11 (zie paragraaf 5.6.1 Fotocellen).
• De geselecteerde kracht is te klein om de deur te kunnen laten bewegen. Controleer of er obstakels zijn en
selecteer eventueel een grotere kracht zoals dat in hoofdstuk 5.1 "Geavanceerde afstelling" beschreven wordt.
• Controleer of er tijdens e manoeuvre spanning staat tussen de klemmetjes 9 en 10 van het waarschuwingslicht
(daar het een knipperlicht is, is de spanningswaarde niet erg hoog: circa 10-30Vac); als er spanning is, is het pro-
bleem te wijten aan de lamp die vervangen dient te worden met een nieuwe lamp die dezelfde kenmerken heeft.
• Zet een nieuwe gloeilamp [F] met dezelfde kenmerken in.
3 Druk 1 keer langzaam op de toets van de NIEUWE radiozender.
Nu wordt de NIEUWE radiozender door de besturingseenheid herkend en
neemt hij de kenmerken van de OUDE over.
Indien er nog andere zenders opgeslagen moeten worden, dient u alle
stappen voor elke nieuwe zender te herhalen.
5.4.4 – Annuleren van een radiozender
Alleen indien u een radiozender ter beschikking hebt, kunt u met onder-
staande handelingen een radiozender annuleren.
Indien de zender in modus 1 is opgeslagen, is één enkele annuleringsfase
voldoende en kunt u bij punt 3 op een willekeurige toets drukken. Indien
de zender in modus 2 is opgeslagen, is er een annuleringsfase voor elke
opgeslagen toets vereist.
1 Druk op toets P1 [B] (Afbeelding 71) van de besturingseenheid en houd
die ingedrukt.
2 Wacht tot het ledlampje P1 [A] gaat branden en druk vervolgens binnen
drie seconden.
3 Tenminste drie seconden lang op de toets van de radiozender die gean-
nuleerd moet worden. Indien de annulering tot stand gekomen is, gaat het
ledlampje P1 vijf keer snel knipperen. Indien het ledlampje P1 1 keer lang-
zaam knippert, heeft de annuleringsfase niet plaatsgevonden, omdat de
zender niet in het geheugen opgeslagen is.
4 Indien er nog meer zenders geannuleerd moeten worden, herhaalt u
stap 3 binnen tien seconden terwijl u toets P1 ingedrukt houdt; anders
wordt de annuleringsfase automatisch beëindigd.
5.4.5 – Annuleren van alle radiozenders
Door onderstaande handelingen uit te voeren kunt u alle opgeslagen zen-
ders annuleren.
1 Druk op toets P1 [B] van de besturingseenheid en houd die ingedrukt.
2 Wacht dat het ledlampje P1[A] gaat branden, uitgaat en tenslotte 3 keer
gaat knipperen.
3 Laat de toets P1 precies bij de derde knippering los.
4 Wacht ongeveer 4s tot de annuleringsfase ten einde is; tijdens deze fase
knippert het ledlampje heel snel.
Indien de procedure goed verlopen is, gaat het ledlampje "P1" kort daar-
na 5 keer langzaam knipperen.
72
A
5.5 – OPLOSSEN VAN PROBLEMEN
In onderstaande tabel kunt u nuttige aanwijzingen vinden om eventuele
storingen te verhelpen die u tijdens de installatie of bij een eventueel
defect tegen kunt komen.
B
21

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave