4.
Klik op het tabblad Snel afdrukopties instellen.
5.
Klik in de lijst Snel afdrukopties instellen op een snelkoppeling.
De afdrukinstellingen voor de geselecteerde snelkoppeling worden weergegeven.
6.
Wijzig de afdrukinstellingen in de waarden die u in de nieuwe snelkoppeling wilt
hebben.
7.
Klik op Opslaan als, voer een naam in voor de nieuwe afdruksnelkoppeling en klik
op Opslaan.
De snelkoppeling wordt aan de lijst toegevoegd.
Een afdruksnelkoppeling verwijderen
1.
Klik op Afdrukken in het menu Bestand van uw softwaretoepassing.
2.
Controleer of het product de geselecteerde printer is.
3.
Klik op de knop waarmee u het dialoogvenster Eigenschappen opent.
Afhankelijk van uw softwaretoepassing heeft deze knop de naam Eigenschappen,
Opties, Printerinstellingen, Printer of Voorkeuren.
4.
Klik op het tabblad Snel afdrukopties instellen.
5.
Klik in de lijst Snel afdrukopties instellen op de snelkoppeling die u wilt verwijderen.
6.
Klik op Wissen.
De snelkoppeling wordt uit de lijst verwijderd.
Opmerking
verwijderd. De oorspronkelijke snelkoppelingen van HP kunnen niet worden
verwijderd.
Standaardinstellingen voor afdrukken instellen
Als u bepaalde instellingen vaak gebruikt voor het afdrukken, kunt u deze opslaan als
standaardinstellingen, zodat deze al zijn ingesteld als u het dialoogvenster Afdrukken
opent vanuit de softwaretoepassing.
Standaardinstellingen voor afdrukken wijzigen
1.
Klik in de HP Solution Center op Instellingen, wijs Afdrukinstellingen aan en klik
vervolgens op Printerinstellingen.
2.
Wijzig de afdrukinstellingen en klik op OK.
Alleen de snelkoppelingen die u zelf hebt gemaakt, kunnen worden
Standaardinstellingen voor afdrukken instellen
25