Hoofdstuk 4
De afdrukresolutie weergeven
De afdrukresolutie wordt in dots per inch (dpi) weergegeven. Het aantal dpi varieert,
afhankelijk van de papiersoort en de afdrukkwaliteit die u in de printersoftware selecteert.
De afdrukresolutie weergeven
1.
Zorg ervoor dat er papier in de invoerlade is geplaatst.
2.
Klik op Afdrukken in het menu Bestand van uw softwaretoepassing.
3.
Controleer of het product de geselecteerde printer is.
4.
Klik op de knop waarmee u het dialoogvenster Eigenschappen opent.
Afhankelijk van uw softwaretoepassing heeft deze knop de naam Eigenschappen,
Opties, Printerinstellingen, Printer of Voorkeuren.
5.
Klik op het tabblad Functies.
6.
In de vervolgkeuzelijst Afdrukkwaliteit selecteert u de gewenste afdrukkwaliteit voor
uw project.
7.
Selecteer in de vervolgkeuzelijst Papiersoort de papiersoort die u in het apparaat
hebt geplaatst.
8.
Klik op de knop Resolutie om de afdrukresolutie in dpi weer te geven.
Aangepaste afdruksnelkoppelingen maken
Afdruksnelkoppelingen gebruiken om af te drukken met afdrukinstellingen die u vaak
gebruikt. De printersoftware heeft verscheidene speciaal ontworpen
afdruksnelkoppelingen die beschikbaar zijn in de lijst Snel afdrukopties instellen.
Opmerking
juiste afdrukopties weergegeven. U kunt ze laten zoals ze zijn, ze veranderen of uw
eigen snelkoppelingen maken voor vaak gebruikte taken.
Gebruik het tabblad Snel afdrukopties instellen voor de volgende afdruktaken:
•
Algemeen standaard afdrukken: Documenten snel afdrukken.
•
Foto's afdrukken zonder rand: Afdrukken tot bovenaan, onderaan en tot aan de
randen van het papier op HP-fotopapier van 10 x 15 cm en 13 x 18 cm.
•
Papierbesparend afdrukken Druk tweezijdige documenten met veelvoudige
pagina's op hetzelfde vel af om papiergebruik te verminderen.
•
Foto afdrukken met witte rand: Een foto met een witte rand rond de boorden
afdrukken.
•
Snel/besparend afdrukken: Snel afdrukken produceren met ontwerpkwaliteit.
•
Presentatie afdrukken: Documenten, brieven en dia's afdrukken met een hoge
kwaliteit.
Een afdruksnelkoppeling maken
1.
Klik op Afdrukken in het menu Bestand van uw softwaretoepassing.
2.
Controleer of het product de geselecteerde printer is.
3.
Klik op de knop waarmee u het dialoogvenster Eigenschappen opent.
Afhankelijk van uw softwaretoepassing heeft deze knop de naam Eigenschappen,
Opties, Printerinstellingen, Printer of Voorkeuren.
24
Afdrukken
Wanneer u een afdruksnelkoppeling selecteert, worden automatisch de