1
Toegangsnummers, ook wel toegangscodes
genoemd, worden gebruikt om te voorkomen dat
onbevoegden toegang krijgen tot hulppro-
gramma's voor systeembeheer. Voor een optimale
beveiliging dient u een ander nummer dan de
standaardinstelling (11111) vast te leggen als uw
2
toegangscode en dit regelmatig te wijzigen.
Belangrijk: Als toegangscode kunt u beter géén
bekende getallen zoals geboortedata, telefoon-
nummers of simpele combinaties van bijvoorbeeld
vijf dezelfde cijfers kiezen.
Belangrijk: Indien u uw toegangscode vergeet,
3
dient deze te worden teruggezet in de standaar-
dinstelling door een servicetechnicus.
Op het scherm Hulpprogramma's het pictogram
4
Toegangsnummer voor hulpprogramma's
wijzigen aanraken om het scherm
Toegangsnummer voor hulpprogramma's wijzigen
op te roepen.
In het venster Nieuw nummer met de cijfertoetsen
een getal invoeren. De toets Invoeren aanraken.
In het venster Nieuw nummer bevestigen
5
hetzelfde getal invoeren. De toets Invoeren
aanraken.
Opmerking: Indien u een fout maakt bij het
invoeren van het getal, de toets Wissen
aanraken, het getal opnieuw invoeren en de toets
Invoeren nogmaals aanraken.
6
Sluiten aanraken om het scherm Hulppro-
gramma's op te roepen.
7
MODE HULPPROGRAMMA'S
Figuur 15: Scherm Toegangsnummer
voor hulpprogramma's wijzigen
3–10
DOCUCOLOR 12 HANDLEIDING VOOR DE SYSTEEMBEHEERDER