1,2.
TIJDENS GEBRUIK
1.2.1. Overschrijd nooit de veiligheidsgrenswaarden die in de specificaties
voor elk meetbereik zijn opgegeven.
1.2.2. Wanneer de meter aangesloten is op een te meten stroomkring raak
dan geen ongebruikte klemmen aan.
1.2.3. Wanneer de waarde die moet worden gemeten niet op voorhand
bekend is, stelt u de bereikkeuzeschakelaar op de hoogste stand.
1.2.4. Meet de spanning niet indien de spanning op de klemmen hoger is
dan 1000V boven massa.
1.2.5. Wees altijd voorzichtig wanneer u werkt met spanningen van meer dan
60V DC of 30V AC rms, houd uw vingers tijdens het meten achter de
meetpenbarrières.
1.2.6. Vooraleer u aan de bereikkeuzeschakelaar draait om van functie te
veranderen, moet u de meetkabels loskoppelen van de stroomkring
die gemeten wordt.
1.2.7. Sluit de meterkabels nooit aan op een spanningsbron terwijl de
functieschakelaar in de modus stroom, weerstand, diode of continuïteit
staat. Dit kan de meter beschadigen. Wanneer u metingen uitvoert op
televisie- of schakelvermogencircuits, vergeet dan niet dat er aan de
meetpunten spanningsimpulsen met hoge amplitude kunnen bestaan
die de meter kunnen beschadigen.
1.2.9. Meet nooit de weerstand op stroomkringen die onder spanning staan.
1.2.10. Meet nooit de capacitantie tenzij de te meten condensator volledig is
ontladen.
1.2.11. Indien u storingen of een abnormale werking vaststelt, mag u de meter
niet meer gebruiken en moet hij worden nagekeken.
1.2.12. Gebruik de meter nooit wanneer het achterpaneel niet op zijn plaats zit
en niet veilig is bevestigd.
1.2.13. Bewaar of gebruik de meter niet op plaatsen die zijn blootgesteld aan
direct zonlicht, hoge temperatuur, vochtigheid of condensatie.
1.3.
SYMBOLEN
Voor belangrijke veiligheidsinformatie, zie bedieninghandleiding.
Er kan een gevaarlijke spanning voorhanden zijn.
Dubbele isolatie (Beschermingsklasse II)
Massa
DVM990BL
2
VELLEMAN