OPMERKING:
1.
Wanneer enkel het cijfer "1" of "-1" op het scherm verschijnt, wijst dit
op een overbelasting en moet een hoger bereik worden geselecteerd.
2.
Wanneer de waarde die moet worden gemeten niet op voorhand
bekend is, stelt u de bereikkeuzeschakelaar op de hoogste stand.
3.
"
" betekent dat u geen spanningsinvoer kunt hebben die hoger is
dan 200mA of 10A naargelang van welke bus wordt gebruikt. Bij
overstroom springt de zekering.
4.6.
WEERSTAND METEN
4.6.1. Steek de zwarte meetkabel op de COM-bus en de rode meetkabel op
de V/Ω-bus.
4.6.2. Zet de draaischakelaar op het gewenste Ω-bereik.
4.6.3. Sluit de meetkabels aan op de te meten weerstand.
4.6.4. De uitlezing verschijnt op het LCD-scherm.
OPMERKING:
1.
Wanneer enkel het cijfer "1" op het scherm verschijnt, wijst dit op een
overbelasting en moet een hoger bereik worden geselecteerd.
2.
Wanneer u een weerstand van meer dan 1MΩ wilt meten, kan het
enkele seconden duren vooraleer de meter een stabiele uitlezing
geeft.
3.
Wanneer de ingang niet is aangesloten, m.a.w. bij een open
stroomkring, verschijnt het cijfer "1" op het scherm wat op een
overbelasting wijst.
4.
Wanneer u de weerstand in een stroomkring controleert, zorg er dan
voor dat de gemeten stroomkring niet meer onder spanning staat en
dat alle condensatoren volledig zijn ontladen.
5.
Bij een bereik van 200MΩ is de uitlezing op het scherm ongeveer 10
(1 MΩ) wanneer de meetkabels worden kortgesloten. Die 1Mohm
moet worden afgetrokken van de meetresultaten. Bijvoorbeeld:
Wanneer u een weerstand meet van 100MΩ zal op het scherm de
waarde 101,0 verschijnen en het juiste meetresultaat moet zijn
101,0 - 1,0 = 100,0MΩ
DVM990BL
12
VELLEMAN