Inhoudsopgave
Advertenties
4.3.
VOORBEREIDING VOOR METING
4.3.1. Schakel de meter in via de AAN/UIT-schakelaar. Als de
batterijspanning lager is dan 7V, verschijnt "
moet de batterij worden vervangen.
4.3.2. Het symbool "
ingangsspanning of stroom lager moet zijn dan de specificatie op de
sticker van de meter om te vermijden dat de interne stroomkring
beschadigd raakt.
4.3.3. Selecteer met de draaischakelaar het gewenste bereik voor het te
meten onderdeel.
4.4.
SPANNING METEN
4.4.1. Steek de zwarte meetkabel op de COM-bus en de rode meetkabel op
de V/Ω-bus.
4.4.2. Zet de draaischakelaar op het gewenste V-
4.4.3. Sluit de meetkabels aan op de te meten bron of lading.
4.4.4. De uitlezing verschijnt op het LCD-scherm. Bij
gelijkspanningsmetingen wordt de polariteit van de rode kabel
weergegeven samen met de spanningswaarde.
OPMERKING:
1.
Wanneer enkel het cijfer "1" of "-1" op het scherm verschijnt, wijst dit
op een overbelasting en moet een hoger bereik worden geselecteerd.
2.
Wanneer de waarde die moet worden gemeten niet op voorhand
bekend is, stelt u de bereikkeuzeschakelaar op de hoogste stand.
3.
"
" betekent dat u geen spanningsinvoer kunt hebben die hoger is
dan 1000V DC of 7000 rms AC. Er kan wel een hogere spanning
worden weergegeven, maar dit kan de interne stroomkring
beschadigen.
4.
Let op dat u bij het meten van hoge spanningen geen elektrische
schok krijgt.
4.5.
STROOM METEN
4.5.1. Steek de zwarte meetkabel op de COM-stekkerbus en de rode
meetkabel op de mA-bus voor een maximumstroom van 200 mA. Voor
een maximum van 10A, steekt u de rode kabel in de 10A-bus.
4.5.2. Zet de draaischakelaar op het gewenste A
4.5.3. Sluit de meetkabels serieel aan op de te meten belasting.
4.5.4. De uitlezing verschijnt op het LCD-scherm. Bij gelijkstroommetingen
wordt de polariteit van de rode kabel weergegeven samen met de
stroomwaarde.
DVM990BL
" naast de ingangbus betekent dat de
11
" op het scherm en
of V
bereik.
of A
bereik.
VELLEMAN
Advertenties
Inhoudsopgave
