Beeldkwaliteit
Beeldkwaliteit selecteren (
Beeldformaat
Beeldformaat selecteren (
Witbalans (standen P, S, A en M)
Er zijn negen opties voor witbalans. Zie 'Naslaginformatie: Witbalans' (
49).
Fijnafregeling witbalans
Bij andere instellingen dan Witbalans preset kunt u de fijnafstemming van de witbalans instellen tot
±3, in stappen van 1 (zie bladzijde 118 van de Bijlage voor kleurtemperatuurwaarden). Kies lagere
waarden om de foto's warmer van kleur te maken, kies hogere waarden voor een koelere tint.
Als een andere optie dan Witbalans preset wordt geselecteerd in het wit-
balansmenu, verschijnt het rechts weergegeven menu. Druk de multi-
selector omhoog of omlaag om een waarde voor fijnafstemming te kie-
zen. Druk op OK om te selecteren en terug te keren naar het opname-
menu. Bij alle instellingen behalve ±0 verschijnt er een '+' of '–' naast het
Witbalans-pictogram in de opname-informatieweergave.
Witbalans preset
De witbalans preset kan worden gebruikt wanneer de gewenste resultaten niet kunnen worden
bereikt met andere instellingen, of om de witbalans aan te passen aan de waarde die voor een
bestaande foto werd gebruikt. Er zijn twee methoden voor het instellen van de vooringestelde witba-
lans:
Methode
Meten
Gebruik foto
70
Menugids/Opnameopties: het opnamemenu
30).
30).
Beschrijving
Neutraal grijs of wit object wordt geplaatst in het licht dat voor de uiteindelijke foto
zal worden gebruikt; de witbalans wordt door de camera op het object gemeten (
71).
De witbalans wordt gekopieerd vanaf een foto op de geheugenkaart (
72).