4.2 Druk de ontspanknop rustig verder in om de sluiter te ontspan-
nen en de foto op te slaan. Het toegangslampje naast de kaart-
sleuf gaat branden. U mag de geheugenkaart niet verwijderen en
de stroombron niet verwijderen of loskoppelen voordat het lampje
uit is en het opslaan is voltooid.
5
Zet de camera uit wanneer u klaar bent met fotograferen.
De ontspanknop
De camera heeft een tweetraps ontspanknop. Wanneer u de ontspanknop half indrukt, stelt de camera scherp en
wordt de monitor uitgeschakeld. Als het onderwerp niet beweegt (of als u enkelvoudige AF hebt geselecteerd in
de stand P, S, A of M;
23), klinkt er een geluidssignaal en wordt de scherpstelling vergrendeld. Als u de foto wilt
maken, drukt u de ontspanknop helemaal in.
De ingebouwde flitser
Als er voor de juiste belichting in de stand
flitser automatisch uitklappen wanneer de ontspanknop half wordt ingedrukt (als u
bij weinig licht de flitser niet wilt gebruiken, selecteert u de stand
(flitser uit)). Het flitsbereik varieert met het diafragma en de ISO-gevoeligheid (
117); verwijder de zonnekap wanneer u de flitser gebruikt. Als flitsen nodig is, kun-
nen er alleen foto's worden gemaakt wanneer de flitsgereedaanduiding ( ) wordt
weergegeven. Als u geen foto kunt maken en de flitsgereedaanduiding niet ver-
schijnt, haal dan kort uw vinger van de ontspanknop en probeer het opnieuw.
Als u stroom wilt sparen als de flitser niet wordt gebruikt, duwt u de flitser naar
beneden tot deze vastklikt. Kijk voor meer informatie over het gebruik van de flitser
op blz. 34.
Stel scherp
extra licht nodig is, zal de ingebouwde
Instructies: Eenvoudig fotograferen (
Maak de foto
Automatisch
17
-stand)