Advertenties
2
Druk op 4 of 2 om de autofocus fijn af te stellen.
･ Kies uit waarden tussen +20 en −20.
･ De huidige waarde wordt getoond door g , de eerder
geselecteerde waarde door j .
･ Hoe groter de fijnafstellingswaarde, hoe verder het brandpunt van
de lens verwijderd is; hoe kleiner de waarde, hoe dichterbij het
brandpunt.
3
Druk op J om de nieuwe waarde op te slaan.
Lensgegevens zonder CPU
Leg gegevens vast voor lenzen zonder CPU die zijn bevestigd met
behulp van een optionele montageadapter. Door de brandpuntsafstand
en het maximale diafragma van een niet-CPU-lens in de camera te
registreren, kunt u deze gegevens weergeven als opnamegegevens.
[ Lensnummer ]
[ Brandpuntsafstand (mm) ]
[ Maximaal diafragma ]
Focuspositie opslaan
Indien ingesteld op [ Aan ], wordt de scherpstelpositie opgeslagen op
dezelfde positie als voordat de camera werd uitgeschakeld wanneer u
deze uit- en weer inschakelt.
･ De focuspositie kan veranderen afhankelijk van de zoomwerking en
temperatuurveranderingen.
B Het setup-menu: Camera-instellingen
Keuze
G knopU B instellingenmenu
Beschrijving
Kies een lens-ID.
Voer de brandpuntsafstand in.
Voer het maximale diafragma in.
G knopU B instellingenmenu
436
Advertenties
