Keuze
[ Fijnafstelling
en lens opslaan ]
[ Standaard ]
[ Lijst
opgeslagen
waarden ]
B Het setup-menu: Camera-instellingen
Fijnafstelling van de scherpstelling voor de huidige lens.
Druk op 1 of 3 om items te markeren en druk op 4 of
2 om te kiezen uit waarden tussen +20 en -20.
・ Hoe groter de fijnafstellingswaarde, hoe verder het
brandpunt van de lens verwijderd is; hoe kleiner de
waarde, hoe dichterbij het brandpunt.
・ Het display toont de huidige en vorige waarden.
・ De camera kan waarden voor maximaal 40 lenstypes
opslaan.
・ Als een lens wordt gebruikt waarvoor al waarden
zijn opgeslagen, worden de fijnafstellingswaarden
overschreven.
Kies de fijnafstellingswaarden voor lenzen waarvoor
nog geen waarden zijn opgeslagen met behulp van
[ Fijnafstelling en lens opslaan ]. Druk op 4 of 2 om
te kiezen uit waarden tussen +20 en -20.
Maak een lijst van waarden die zijn opgeslagen met
[ Fijnafstelling en lens opslaan ]. Door een lens in
de lijst te markeren en op 2 te drukken, wordt een
dialoogvenster [ Kies lensnummer ] weergegeven.
・ Het dialoogvenster [ Kies lensnummer ] wordt
gebruikt om de lens-ID in te voeren.
・ Het serienummer wordt automatisch ingevoerd voor
lenzen met Z-vatting en sommige lenzen met F-
vatting.
434
Beschrijving