Inbedrijfstelling
7
7.1
Inspectie vóór inbedrijfstelling
Voer voordat u de omvormer start de volgende controles uit:
•
Alle apparatuur is betrouwbaar aangesloten.
•
De DC-schakelaar(s) en AC-stroomonderbreker zijn uitgeschakeld.
•
De aardkabel is goed en betrouwbaar aangesloten.
•
De AC-kabel is goed en betrouwbaar aangesloten.
•
De DC-kabel is goed en betrouwbaar aangesloten.
•
De communicatiekabel is goed en betrouwbaar aangesloten.
•
De ongebruikte aansluitingen zijn goed afgedicht.
•
Er zijn geen vreemde voorwerpen, zoals gereedschap, achtergebleven op het apparaat
of in de aansluitbox (indien aanwezig).
•
De AC-stroomonderbreker voldoet aan de vereisten in deze handleiding en aan de lokale
voorschriften.
•
Alle waarschuwingstekens en -labels zijn volledig en goed leesbaar aangebracht.
7.2
Inbedrijfstellingsprocedure
Nadat alle bovenstaande controles zijn uitgevoerd, voert u de onderstaande procedure uit
om de omvormer voor de eerste maal te starten.
Stap 1 Schakel de AC-aardlekschakelaar in.
Stap 2 (Optioneel) Schakel bij gebruik van een accu de externe DC-aardlekschakelaar tussen de
omvormer en de accu in.
Stap 3 (Optioneel) Schakel de eventueel aanwezige accu handmatig in.
Stap 4 Draai de DC-schakelaar naar de stand "AAN". De DC-schakelaar kan ingebouwd zijn in de
omvormer of door de klant worden geïnstalleerd. Wacht minimaal 5 minuten.
Stap 5 Als er voldoende zonlicht is en de netcondities toereikend zijn, begint de omvormer te wer-
ken. Het kan een paar minuten duren voordat de omvormer verbinding heeft gemaakt met
het net. Afhankelijk van de gekozen landinstelling bij de initialisatie en de netcondities ter
plekke, kan het soms nog langer duren.
Stap 6 Controleer de led-indicator om te bepalen of de omvormer normaal werkt. (Zie
indicator").
Stap 7
"2.4 Led-
83