D o c u C o l o r 8 0 0 0 A P H a n d l e i d i n g v o o r d e o p e r a te u r
Om een van de volgende functies te laten uitvoeren, dient u eerst
de gewenste opdracht aan te raken om deze te selecteren en dan
een van de onderstaande toetsen aan te raken.
•
Opdracht vasthouden selecteren om deze handmatig vast te
houden. Wanneer een opdracht de status Vasthouden heeft in
de wachtrij, wordt deze niet uitgevoerd, ook al staat de
opdracht vooraan in de rij. De opdracht wordt overgeslagen
totdat deze wordt vrijgegeven of verwijderd.
•
Opdracht vrijgeven selecteren om een opdracht te
reactiveren die in de wachtrij stond en werd vastgehouden.
Indien de opdracht in de wachtrij stond en werd vastgehouden
vanwege een probleem met hulpbronnen (papier, toner, etc.),
wordt de opdracht pas vrijgegeven wanneer de bron
beschikbaar is. Een opdracht die werd vastgehouden op
verzoek van de gebruiker kan worden vrijgegeven met de
toets Vrijgeven.
•
Voorrang opdracht selecteren om een geselecteerde
opdracht in de wachtrij te verwerken nadat de opdracht die nu
wordt uitgevoerd, is voltooid. Opdrachten worden verwerkt op
basis van binnenkomst, eerste binnen als eerste eruit,
wanneer aan meer dan één opdracht voorrang wordt gegeven.
Zodra eenmaal aan een opdracht voorrang is gegeven, kan
deze niet worden "ingehaald" door andere opdrachten
waaraan later voorrang is gegeven.
•
Opdracht verwijderen selecteren om een opdracht uit de
wachtrij te verwijderen. Het antwoord "Ja" selecteren wanneer
de opdracht tot verwijdering dient te worden bevestigd.
•
Opdrachtgegevens selecteren voor meer informatie over een
geselecteerde opdracht zoals Aantal verwerkte beelden,
Kleurenmode, Papierlade in gebruik, Papiertype en Afwerking.
1 . O v e r z ic h t
1-15