Inhoudsopgave
Advertenties
3 .
Druk op een knop van [F1] (TRESHOLD) tot [F4]
(POSITION) om het item te selecteren dat je wilt
bewerken.
Knop
Uitleg
[F1] (THRESHOLD)
Configureert de gedetailleerde instellingen voor
knop
de padgevoeligheid.
Configureert de gedetailleerde rim shot
[F2] (RIM)-knop
instellingen.
Configureert de gedetailleerde trigger signaal
[F3] (SCAN)-knop
detectie instellingen.
[F4] (POSITION)-
Configureert de gedetailleerde strike point
knop
detectie instellingen.
4 .
Selecteer de pad om te configureren (p. 29).
5 .
Gebruik de cursortoetsen om een parameter te
selecteren, en gebruik de [-] [+]-knoppen of het wiel
om de waarde aan te passen.
MEMO
Om terug te keren naar de standaardwaarden, druk je op de [F5]
(DEFAULT)-knop.
Trigger parameters (met uitzondering van bepaalde parameters
zoals cross-stick cancel) worden op de standaardwaarden ingesteld.
Raadpleeg "Data List" (pdf ) voor meer informatie.
Gedetailleerde Instellingen Creëren voor
Digitaal Aangesloten Pads
De eerste keer dat je een pad aansluit die een digitale verbinding
ondersteunt, worden de volgende instellingen automatisch ingesteld
op waarden die voor elke pad optimaal zijn, zodat het normaal
gesproken niet nodig is om deze te specificeren. Bewerk deze
instellingen als je meer gedetailleerde aanpassingen wilt maken.
Verwijzing
Voor meer informatie over de parameters die kunnen worden
bewerkt raadpleeg je de "Data List" (PDF).
1 .
Druk in het DIGITAL TRIGGER IN scherm (p. 49), op de
[F5] (ADVANCED)-knop.
Het DIGITAL TRIGGER ADVANCED-scherm verschijnt.
2 .
Om de pad te selecteren waarvoor de instellingen
moeten worden uitgevoerd, raak je die pad aan of
gebruik je de cursortoetsen.
Gebruik de cursor [ J ]-toets om de cursor naar de
3 .
Advanced Setting-parameters te verplaatsen.
4 .
Gebruik de cursortoetsen om een parameter te
selecteren, en gebruik de [-] [+]-knoppen of het wiel
om de waarde aan te passen.
* De parameters die je kunt bewerken verschillen afhankelijk van de
pad.
MEMO
Om terug te keren naar de standaardwaarden, druk je op de [F5]
(DEFAULT)-knop.
Trigger parameters (met uitzondering van bepaalde parameters
zoals cross-stick cancel) worden op de standaardwaarden ingesteld.
Raadpleeg "Data List" (pdf ) voor meer informatie.
Trigger Informatie Bekijken voor Elke Pad
Je kunt realtime informatie bekijken die de kracht (velocity) toont
waarmee elke pad wordt geraakt, hoe ver de hi-hat open is, en de
slagpositie op de snare, het cimbaal, de toms en de AUX.
MEMO
Performance data ontvangen via de MIDI IN connector worden ook
weergegeven.
1 .
Druk op de [TRIGGER]-knop.
2 .
Druk op de PAGE [DOWN]-toets om pagina 3 (TRIG
MONITOR) weer te geven.
3 .
Druk op de [F1] (TRIG)-knop
Het TRIGGER MONITOR-scherm verschijnt.
Velocity meter
(geeft de kracht aan - velocity - van de slag).
Melding
K
S
1–4
H
4 .
Sla de pads aan.
De meteraanduidingen op het scherm bewegen in realtime, zodat
je de volgende informatie kunt bekijken:
Melding
Uitleg
Toont hoe ver de hi-hat open is. De indicator
HI-HAT
gaat naar "OPEN" als de hi-hat opent en naar
"PRESS" als deze sluit.
Als de pad aanslagpunt-detectie ondersteunt,
wordt het aanslagpunt voor de pad
weergegeven.
Wanneer de VH-14D is aangesloten, worden
ook de linker- en rechter aanslagpunten voor de
POSITIE
cimbalen getoond. De indicator zal in de richting
van "LEFT" bewegen als de slag dichter aan de
linkerkant van de pad ligt, en in de richting van
"RIGHT" als de slag dichter bij de rechterkant van
de pad is.
Het "CHOKE"-icoon verschijnt wanneer je het
cimbaal 'choked' .
CHOKE
Het CHOKE-icoontje verschijnt wanneer je de
choke-techniek gebruikt op een pad die choking
ondersteunt.
Instellingen
Uitleg
Melding
Uitleg
KICK
C
CRASH 1, 2
SNARE
R
RIDE
TOM1–4
A
AUX1–4
HI-HAT
51
Advertenties
Inhoudsopgave
