4. ELEKTRISCHE AANSLUITINGEN
4.1 Schakelbord
• Steek de kabels met de voorbedrade klemmenborden in de behuizing (fig.11); en sluit ze aan op de kaarten (volgens de
aanwijzingen in hfdstk.5). Plaats de kabels in de kabelgoot en sluit de connectoren op de motor aan (fig.12).
De aansluiting van de bedrading moet uitgevoerd worden wanneer de regeleenheid sinds minstens 30 sec.
niet onder spanning staat.
4.2 Aansluitingen schakelbord / motor / beveiligingen
• Op (fig.13) staan de schema's van de meegeleverde kabels en hun ligging in de deur; elke bekabeling wordt geïdentificeerd
met een speciale code op een zelfklevend etiket.
4.3 Veiligheidsfotocellen
• Voer de aansluitingen in het schakelbord uit volgens de schema's in hfdstk.5.
PH ≤ 3500 = 9523
PH > 3500 = 9126
Zorg voor geleiders met de juiste doorsnede: houd rekening met de vermelde stroomopname en met de lengte en de
ligging van de kabels.
11
230 V
Inverter
8132
0 1
8265A
- 5 -
T
Tx
Rx
NL
12
13
0 6 1
8265B
0DT869 01-12-2021