Kalibrering uitvoeren
10.2.4
Kalibratie water
Kalibrering onderbreken
U kunt de kalibrering op ieder gewenst moment beëin‐
digen. Druk hiervoor op de toets [STOP].
1.
Noteer de minimale dosering die nodig is voor een normale werking
in het tekstveld (1).
2.
Start de concentraatpomp. Druk hiervoor in het menu op
(2)
3.
Wanneer de pomp op de gewenste frequentie loopt, kunt u m.b.v.
de potentiometer het schakelpunt van de stromingssensor instellen.
ð De stromingssensor is correct ingesteld wanneer het schakel‐
punt net onder de minimale doseerhoeveelheid voor een nor‐
male werking ligt. Signaalweergave
andert van grijs in wit.
4.
Stop de pomp. Druk hiervoor in het menu op
Voor inbedrijfname van de Ultromat de watertoevoer
instellen. Ultromat's met een spoeltrechter hebben twee
waterleidingen. Deze leidingen zodanig met de naald‐
ventielen verdelen, dat de spoeltrechter niet te vol, maar
ook niet te leeg is (1 cm onder de onderste overloop‐
rand).
Ultromat
400
1000
2000
4000
Kalibratie water
Poeder
Vloeibaar
Huidig debiet
Kalibratie water
Modus
Afb. 32: Kalibratie water
Het bedieningsmenu [F2]
[Stromingssensor] (3) ver‐
[STOP] (2)
Watertoevoer
1600
4000
8000
14000
Installatie stop
Stroomw.
Water
Start
Menu
Archief
Reset
[START]
A0798
53