46
Met een gebruikerswachtwoord (User Password) voorkomt u
•
ongeoorloofd gebruik van uw computer. Combineer het gebruik van dit
wachtwoord met wachtwoordbeveiliging tijdens het opstarten en bij het
activeren vanuit de Slaapstand voor een maximale beveiliging.
Door een wachtwoord bij opstarten (Password on Boot) in te stellen om de
•
computer te starten vermijdt u dat derden zich een toegang verschaffen
tot uw gegevens. Combineer het gebruik van dit wachtwoord met
wachtwoordbeveiliging tijdens het opstarten en bij het activeren vanuit de
Slaapstand voor een maximale beveiliging.
Belangrijk! Vergeet uw beheerderswachtwoord niet! Als u het
wachtwoord vergeet, moet u contact opnemen met uw
leverancier of een erkend servicecentrum.
Wachtwoorden invoeren
Als er een wachtwoord is ingesteld, wordt middenin het scherm een
wachtwoordvenster weergegeven.
Als er een beheerderswachtwoord is ingesteld, wordt dit gevraagd als u
•
tijdens het opstarten op <F2> drukt voor het BIOS utility.
Voer het beheerderswachtwoord in en druk op <Enter> als u het BIOS
•
utility wilt gebruiken. Als u een onjuist wachtwoord invoert, verschijnt er
een waarschuwing. Probeer het opnieuw en druk op <Enter>.
Als het gebruikerswachtwoord is ingesteld en het wachtwoord bij
•
opstarten is ingeschakeld, wordt tijdens het opstarten het wachtwoord
gevraagd.
Voer het gebruikerswachtwoord in en druk op <Enter> als u de computer
•
wilt gebruiken. Als u een onjuist wachtwoord invoert, verschijnt er een
waarschuwing. Probeer het opnieuw en druk op <Enter>.
Belangrijk! U krijgt drie kansen om het correcte wachtwoord in te
voeren. Als u driemaal een onjuist wachtwoord invoert, wordt het
systeem geblokkeerd. Verschuif de stroomschakelaar en houd de
aan/uit knop vier seconden ingedrukt om de computer uit te
schakelen. Schakel de computer weer in en probeer het opnieuw.
Wachtwoorden instellen
U kunt wachtwoorden instellen in het BIOS utility.