Inhoudsopgave
Advertenties
• De verantwoording voor voorzorgsmaatregelen en waarschuwingen ligt bij de installateur van
het systeem. Refereer aan de, lokale of nationale, wetten en regelgeving van het land of een
certificatie (markering) nodig is.
• Delen van de elektrische of elektronische installaties staan onder gevaarlijke elektrische spanning.
Niet vakbekwaam werk of niet opvolgen van waarschuwingsinstructies kan letsel en/of materiële
schade veroorzaken.
• FI-eenheden werken met gevaarlijke spanningen. Gevaarlijke spanning kan aanwezig zijn
op alle aansluitklemmen van de voedingsaansluitingen, klemmenblokken en PCB's (zoals
netspanningsaansluitingen en motoraansluitingen).
• Dit is ook van toepassing indien de FI-eenheid niet in bedrijf is of de motor niet draait (vanwege
een elektronische stop-functie, een kortsluiting op de uitgangsklemmen, een systeem dat niet vrij
kan draaien en dergelijke).
• De FI-eenheid heeft geen netspanningsschakelaar. Daarom is er altijd spanning (wanneer op
de netspanning aangesloten) en gevaarlijke spanning kan aanwezig zijn wanneer de motor niet
draait.
• Indien de FI-eenheid is ontkoppeld van de netspanning, kan een aangesloten motor draaien en
een mogelijk gevaarlijke spanning leveren. Er is een risico op een elektrische schok welke letsel of
de dood aan personen kan veroorzaken.
• Ontkoppel (verwijder) de FI-eenheid en de stekeraansluitingen van de voeding (klemmenblokken)
niet terwijl de FI-eenheid spanning heeft. Wanneer de FI-eenheid spanning heeft kan dit
vonkontlading veroorzaken. Er is een risico op letsel en een risico op een defecte of beschadigde
FI-eenheid.
• Wanneer de status LED (of ander indicators) niet aan zijn, is dit geen indicatie dat de FI-eenheid is
ontkoppeld of zonder spanning is.
• De temperatuur van het koellichaam en metalen componenten kan toenemen tot meer dan
70 °C. Er is een risico op letsel omdat hete oppervlakken je kunnen branden. Zorg dat de
temperatuur voldoende afneemt. Houd voldoende afstand van aangrenzende objecten of geef
bescherming tegen aanraken.
• Zorg dat geen vreemde deeltjes, losse delen, vocht of stof in de FI-eenheid, aansluiteenheid
of motorreductor komen tijdens alle werkzaamheden. Er is een risico op kortsluiting, brand en
corrosie.
• Ridder is niet verantwoordelijk voor letsel, materiële schade of gevolgschade indien toebehoren
worden gebruikt welke Ridder niet heeft gemaakt.
De volgende voorwaarden en instructies zijn van toepassing.
• Omgevingstemperatuur: -15 tot +60 °C (+5 tot +140 °F).
• Omgeving: Een niet-condenserende luchtvochtigheid is vereist.
• Voer een controle op transportschade en ontbrekende delen direct uit op inkomende goederen.
• Rapporteer beschadigingen en ontbrekende delen direct aan het transportbedrijf en uw lokale
After Sales contactpersoon.
• Gebruik geen beschadigde producten en start de werkzaamheden niet indien nodig.
• Verstuur het product naar de montagelocatie voor het wordt verwijderd uit de (gesloten)
verpakking. Dit voorkomt schade (door mechanische schokken) aan het product.
• Gebruik geschikte transportmiddelen met voldoende afmetingen. Gebruik (indien nodig) de juiste
arbeidsmiddelen en toebehoren. Zie "Afmetingen" en "Technische specificaties". Zorg dat de
arbeidsomstandigheden voldoen aan de, lokale of nationale, wetten en regelgeving.
TRANSPORT, OPSLAG EN VERPAKKING
Ridder Drive Systems B.V.
T +31 (0)341 416 854 - F +31 (0)341 416 611 - I ridder.com
6
Advertenties
Inhoudsopgave
