4.3 Montage
De volgende voorwaarden en uitgangspunten gelden voor montage. Zorg dat de
arbeidsomstandigheden voldoen aan de, lokale of nationale, wetten en regelgeving.
• Verwijder het product niet uit de verpakking tot een korte tijd voor de montage.
• Gebruik de juiste arbeidsmiddelen en toebehoren (banden, kettingen, pallets of dergelijke) indien
het niet toegestaan of mogelijk is om het product handmatig in positie te plaatsen.
• Ridder monteerde de FI-eenheid op een RW motorreductor.
• Gebruik alleen een toegestane montagepositie bij montage van de RW-F motorreductor.
• De montageplaten zijn in verschillende afmetingen beschikbaar voor verschillende configuraties.
• Monteer de RW-F motorreductor met de geleverde veerringen en bouten M10x25 (RW240-
600: 3x) of M12x25 (RW800: 4x) op de montageplaat. Zie "Minimale inschroefdiepte
bevestigingsbouten (SID)" dat ook de standaard boutmontage weergeeft.
• De FI-eenheid geeft informatie over het systeem met een LED in een diagnoseopening (DG3).
Daarom is makkelijke toegang en voldoende zicht aanbevolen voor de locatie van de RW-F
motorreductor.
Minimale inschroefdiepte bevestigingsbouten (SID)
• Voor het aandraaimoment van de gebruikte bevestigingsbouten is een minimale inschroefdiepte
(SID) vereist. Zie de volgende afbeelding (Standaard Boutmontage).
• Mogelijk zijn bevestigingsbouten met meer lengte noodzakelijk indien een grotere plaatdikte
wordt gebruikt!
• Draai de bouten kruiselings en geleidelijk vast met het juiste aandraaimoment (Nm).
Standaard Boutmontage
SID (3x):
≥ 16 mm!
M10 (3x)
M10 x 25 (3x)
- 45 Nm
Voer de controle uit van de minimale inschroefdiepte (SID) van de
volgende configuratie: PLAATDIKTE en LENGTE bevestigingsbout.
Dit voorkomt schade of letsel (breukrisico).
T +31 (0)341 416 854 - F +31 (0)341 416 611 - I ridder.com
SID (4x):
≥ 14 mm!
M12 (4x)
M12 x 25 (4x)
- 80 Nm
Ridder Drive Systems B.V.
18