Inhoudsopgave
Advertenties
5.2 Beveiliging - Voorwaarden en uitgangspunten
De volgende voorwaarden zijn van toepassing op de aansluitschema's.
• Zorg dat externe schakelaars worden gebruikt om te veranderen van de "hoge" naar de "lage"
(normale) snelheid.
• In een ventilatiesysteem is het alleen toegestaan om "hoge" snelheid te gebruiken in de
sluitrichting van de luchtramen. Zorg dat de externe schakelaars terug naar "lage" snelheid gaan
voordat de luchtramen volledig sluiten!
• In een schermsysteem is het toegestaan om "hoge" snelheid te gebruiken in de openingsrichting
EN de sluitrichting van het scherm. Zorg dat de externe schakelaars terug naar "lage" snelheid
gaan voordat het scherm volledig sluit of het schermpakket begint te vouwen (open stand)!
• De installateur zorgt dat noodzakelijke en niet weergegeven beveiligingen gebruikt en opgenomen
worden in de schema's.
• Zorg dat het aangedreven systeem zichtbaar is vanaf alle besturingseenheden en
besturingssystemen. Plaats besturingseenheden en besturingssystemen op een hoogte van meer
dan 1,5 m.
• Bescherm de elektrische aansluitingen tegen vochtige omstandigheden.
• Zorg dat de netspanning correct is en van toepassing voor de vereiste stroom (voedingsspanning
correct voor aandrijving en FI-eenheid). Zie §3.5 Technische specificaties "Elektrisch".
• Zorg dat toepasselijke zekeringen met het gespecificeerde nominale stroombereik gemonteerd
zijn tussen de spanningsbron en de FI-eenheid. Zie §3.5 Technische specificaties "Elektrisch".
• Het is aanbevolen om de algemene zekeringen en een systeemschakelaar (SS) of (MPCB)
beveiligingsschakelaar te gebruiken. Gebruik alleen stroomgevoelige beveiligingsschakelaars van
het type B of B+. Zie §3.5 Technische specificaties "Elektrisch".
• Ontkoppel of sluit de netspanning altijd aan met alle aansluitingen tegelijkertijd (L1/L2/L3).
• De FI-eenheid configuratie is alleen toepasselijk op TN of TT netwerken. Dit zorgt dat het EMC
netfilter zijn normale effect en lekstroom heeft.
• Zorg dat een netwerk altijd naar aarde gaat in het neutrale punt.
• Voordat de werkzaamheden beginnen, voer een controle uit op spanningsloze componenten
(spanningsbron, aansluitkabels, aansluitklemmen).
• Gebruik juiste apparatuur en gereedschap (geïsoleerd).
• Zorg altijd dat FI-eenheden geaard zijn.
Zorg dat externe schakelsignalen de systemen alleen op "lage"
snelheid volledig openen of volledig sluiten. "Hoge" snelheid is
alleen toegestaan TUSSEN de eindsecties "sluiten" en "openen".
Elektrische aansluitingen zijn uitsluitend toegestaan aan een
elektrisch installateur of een elektricien.
Een volledig en correct aangesloten aansluitschema is vereist.
Het is verplicht om alle beveiligingsschakelaars en
bedrijfsschakelaars aan te sluiten.
Ridder Drive Systems B.V.
T +31 (0)341 416 854 - F +31 (0)341 416 611 - I ridder.com
23
Advertenties
Inhoudsopgave
