5.2.2
Voorzorgsmaatregelen bij het aansluiten
van koelmiddelleidingen
GEVAAR: RISICO OP BRANDWONDEN
VOORZICHTIG
▪ Gebruik de flaremoer die op de hoofdunit is bevestigd.
▪ Om gaslekken te voorkomen, brengt u koelmachine-
olie aan op alleen de binnenkant van de verbreding.
Gebruik koelmachine-olie voor R32.
▪ Hergebruik GEEN verbindingen.
WAARSCHUWING
Sluit de koelmiddelleidingen goed aan voordat u de
compressor inschakelt. Als de koelmiddelleidingen NIET
zijn aangesloten en de afsluiter tijdens het afpompen
openstaat, wordt lucht in het circuit gezogen wanneer de
compressor wordt ingeschakeld. Dit veroorzaakt dan een
abnormale druk in de koelcyclus, wat kan leiden tot schade
aan de apparatuur en zelfs letsels.
5.2.3
Koelmiddelleiding op buitenunit
aansluiten
▪ Leidinglengte. Houd de lokale leidingen zo kort mogelijk.
▪ Bescherming leidingen. Bescherm de lokale leidingen tegen
fysieke schade.
1 Sluit de koelvloeistofaansluiting van de binnenunit aan op de
vloeistofafsluiter van de buitenunit.
a
c
b
a
Vloeistofafsluiter
b
Gasafsluiter
c
Servicepoort
2 Sluit de gasaansluiting van de binnenunit aan op de gasafsluiter
van de buitenunit.
OPMERKING
Er wordt geadviseerd de koelmiddelleidingen tussen de
binnen- en de buitenunit in een buis te leggen of
afwerkingstape rond deze leidingen te wikkelen.
5.3
De koelmiddelleiding controleren
5.3.1
Op lekkages controleren
OPMERKING
Overtreft de maximale werkdruk van de unit NIET (zie "PS
High" op het naamplaatje van de unit).
ARXF20~35C5V1B
Daikin kamerairconditioners
3P519299-12V – 2020.08
OPMERKING
Gebruik ALTIJD een aanbevolen bubbeltestoplossing, die
u bij uw verdeler kunt kopen.
Gebruik NOOIT zeepwater:
▪ Zeepwater kan namelijk barsten in componenten
veroorzaken, zoals in de doppen van flaremoeren of
afsluiters.
▪ Zeepwater kan zout bevatten en zout absorbeert vocht
dat zal bevriezen als de leidingen koud worden.
▪ Zeepwater
bevat
verbindingen aantast (tussen de flaremoer uit messing
en het getrompte koperen gedeelte).
1 Vul het systeem met stikstofgas tot op een manometerdruk van
minstens 200 kPa (2 bar). Het is aanbevolen de druk tot
3000 kPa (30 bar) te verhogen om kleine lekken te vinden.
2 Test op lekkages door de bubbeltestoplossing op alle
verbindingen aan te brengen.
3 Verwijder alle stikstofgas.
5.3.2
Vacuümdrogen
1 Vacumeer het systeem tot de druk op het verdeelstuk –0,1 MPa
(−1 bar) aangeeft.
2 Wacht 4-5 minuten en controleer de druk:
Indien de druk...
Niet verandert
Stijgt
3 Vacumeer het systeem minstens 2 uur tot een meterdruk van
−0,1 kPa (–1 bar).
4 Controleer na het uitschakelen van de pomp de druk gedurende
minstens 1 uur.
5 Indien u het beoogd vacuüm NIET kunt bereiken of het vacuüm
NIET gedurende 1 uur kunt bewaren, doe dan het volgende:
▪ Controleer opnieuw op lekken.
▪ Vacuümdroog opnieuw.
OPMERKING
Vergeet niet om na de installatie van de koelmiddelleiding
en het vacuümdrogen de afsluiters te openen. Wanneer u
het systeem probeert te gebruiken met gesloten afsluiters
kan de compressor schade oplopen.
6
Koelmiddel bijvullen
6.1
Over het toevoegen van koelmiddel
De buitenunit is in de fabriek gevuld met koelmiddel, maar in
sommige gevallen kan het volgende vereist zijn:
Wat
Extra koelmiddel bijvullen
Volledig opnieuw vullen met
koelmiddel
6 Koelmiddel bijvullen
ammoniak
dat
de
getrompte
Dan...
Er zit geen vocht in het
systeem. Deze procedure is
voltooid.
Er zit vocht in het systeem. Ga
verder met de volgende stap.
Wanneer
Wanneer de totale lengte van de
leiding de voorgeschreven lengte
overschrijdt (zie later).
Voorbeeld:
▪ Wanneer het systeem wordt
verplaatst.
▪ Na een lek.
Montagehandleiding
9