5 Installatie van de leidingen
c
Afvoerplug
d
Slang (lokaal te voorzien)
4.2.4
Ervoor zorgen dat de buitenunit niet kan
omvallen
Voer de volgende stap uit als de unit wordt geïnstalleerd op een
plaats waar ze aan sterke winden is blootgesteld:
1 Maak 2 kabels klaar zoals getoond op de volgende afbeelding
(ter plaatse te voorzien).
2 Leg de 2 kabels over de buitenunit.
3 Stop een stuk rubber tussen de kabels en de buitenunit zodat
de kabels de verf niet kunnen beschadigen (lokaal te voorzien).
4 Maak de uiteinden van de kabels vast.
5 Trek de kabels aan.
5
Installatie van de leidingen
5.1
De koelmiddelleidingen
voorbereiden
5.1.1
Vereisten voor de koelmiddelleidingen
▪ Materiaal leidingen: Met fosforzuur gedeoxideerd naadloos
koper.
▪ Diameter leidingen:
Vloeistofleiding
Gasleiding
▪ Hardingsgraad en dikte leidingen:
Outer diameter
Temper grade
(Ø)
6.4 mm (1/4")
Annealed (O)
9.5 mm (3/8")
Annealed (O)
(a)
Afhankelijk van de toepasselijke wetgeving en de maximale
bedrijfsdruk van de unit (zie "PS High" op het naamplaatje van de
unit), zijn mogelijk dikkere leidingen vereist.
Montagehandleiding
8
Ø6,4 mm (1/4")
Ø9,5 mm (3/8")
(a)
Thickness (t)
Ø
≥0.8 mm
t
5.1.2
Lengte koelmiddelleiding en
hoogteverschil
Wat?
Maximaal toegestane leidinglengte
Minimaal toegestane leidinglengte
Maximaal toegestaan hoogteverschil
5.1.3
De koelleidingen isoleren
▪ Neem polyethyleenschuim als isolatiemateriaal:
▪ met een warmteoverdrachtsfactor begrepen tussen 0,041 en
0,052 W/mK (0,035 en 0,045 kcal/mh°C)
▪ bestand tegen minstens 120°C
▪ Isolatiedikte
Buitendiameter
Binnendiameter
leiding (Ø
)
isolatie (Ø
p
6,4 mm (1/4")
8~10 mm
9,5 mm (3/8")
12~15 mm
Ø
Ø
i
i
Ø
Ø
p
p
t
Als de temperatuur hoger is dan 30°C en de vochtigheid meer
dan 80% bedraagt, moet het isolatiemateriaal minstens 20 mm dik
zijn om condensatie aan de oppervlakte van de isolatie te
voorkomen.
5.2
De koelmiddelleiding aansluiten
GEVAAR: RISICO OP BRANDWONDEN
WAARSCHUWING
▪ Gebruik uitsluitend R32 als koelmiddel. Andere stoffen
kunnen ontploffingen en ongelukken veroorzaken.
▪ R32 bevat gefluoreerde broeikasgassen. Het heeft een
aardopwarmingsvermogen (GWP) van 675. Laat deze
gassen NIET vrij in de atmosfeer.
▪ Gebruik
bij
het
beschermende handschoenen en een veiligheidsbril.
5.2.1
Over het aansluiten van de
koelmiddelleidingen
Alvorens de koelmiddelleidingen aan te sluiten
Controleer of de buitenunit en binnenunit gemonteerd zijn.
Typische werkstroom
De koelmiddelleiding aansluiten betekent:
▪ De koelmiddelleiding op de binnenunit aansluiten
▪ De koelmiddelleiding op de buitenunit aansluiten
▪ De koelmiddelleiding isoleren
▪ Houd rekening met de richtlijnen voor:
▪ Buigen van leidingen
▪ Leidinguiteinden optrompen
▪ Gebruik van de afsluiters
Afstand
20 m
1,5 m
12 m
Isolatiedikte (t)
)
i
≥10 mm
vullen
van
koelmiddel
ALTIJD
ARXF20~35C5V1B
Daikin kamerairconditioners
3P519299-12V – 2020.08