Ʋ Drukbestendigheid
Geleidende verbinding
Procesaansluitingen
Ʋ Leidingschroefdraad, cilindrisch
(ISO 228 T1)
Ʋ Schroefdraad, conisch (AS-
ME B1.20.1)
Ʋ Flenzen
Gewicht
Ʋ Gewicht instrument (afhankelijk van
procesaansluiting)
Ʋ Staaf: ø 16 mm (0.63 in)
Ʋ Kabel: ø 4 mm (0.157 in)
Ʋ Kabel: ø 6 mm (0.236 in), PA-mantel
Ʋ Kabel: ø 6 mm
Ʋ Kabel: ø 11 mm (0.433 in), PA-mantel ca. 320 g/m (3.44 oz/ft)
Ʋ Spangewicht voor kabel ø 4 mm
(0.157 in) en ø 6 mm (0.236 in),
PA-mantel
Ʋ Spangewicht voor kabel ø 6 mm
(0.236 in) en ø 11 mm (0.433 in),
PA-mantel
Sensorlengte L (vanaf afdichtoppervlak)
Ʋ Staaf: ø 16 mm (0.63 in)
Ʋ Inkortnauwkeurigheid (staaf)
Ʋ Kabel: ø 4 mm (0.157 in)
Ʋ Kabel: ø 6 mm (0.236 in), PA-mantel
Ʋ Kabel: ø 6 mm
Ʋ Kabel: ø 11 mm (0.433 in), PA-mantel tot 65 m (213.3 ft)
Ʋ Inkortnauwkeurigheid - kabel
Zijwaartse belasting bij staaf: ø 16 mm
Max. trekbelasting
Ʋ Kabel: ø 4 mm (0.157 in)
Ʋ Kabel: ø 6 mm (0.236 in), PA-mantel
Ʋ Kabel: ø 6 mm
Ʋ Kabel: ø 11 mm (0.433 in), PA-mantel 30 KN (6744 lbf)
De trekkrachten in stortgoederen hebben een normale variatie. Daarom moet de uit de volgende
diagrammen bepaalde diagramwaarde met een veiligheidsfactor 2 worden vermenigvuldigd.
VEGAFLEX 82 • Profibus PA
Zie procesdruk van de sensor
Tussen aardklem, procesaansluiting en meetsonde
G¾, G1, G1½ (DIN 3852-A)
¾ NPT, 1 NPT, 1½ NPT
DIN vanaf DN 25, ASME vanaf 1"
ca. 0,8 ... 8 kg (0.176 ... 17.64 lbs)
ca. 1580 g/m (17 oz/ft)
ca. 78 g/m (0.84 oz/ft)
ca. 180 g/m (1.9 oz/ft)
ca. 80 g/m (0.86 oz/ft)
325 g (11.46 oz)
780 g (27.51 oz)
tot 6 m (19.69 ft)
±(1 mm + 0,05 % van de staaflengte)
tot 75 m (246.1 ft)
tot 65 m (213.3 ft)
tot 75 m (246.1 ft)
±(2 mm + 0,05 % van de kabellengte)
30 Nm (22.13 lbf ft)
12 KN (2698 lbf)
8 KN (1798 lbf)
30 KN (6744 lbf)
11 Bijlage
67