Deel 4: Installatie en inbedrijfname
Voelerwaarden / karakteristiek
Temperatuur
5 KOhm NTC
-60°C
698961
-50°C
333908
-40°C
167835
-30°C
88340
-20°C
48487
-10°C
27648
0°C
16325
10°C
20°C
25°C
30°C
40°C
50°C
60°C
70°C
80°C
90°C
100°C
110°C
120°C
1 KOhm PTC
Ω
Ω
470
Ω
Ω
520
Ω
Ω
573
Ω
Ω
630
Ω
Ω
690
Ω
Ω
755
Ω
Ω
823
Ω
Ω
9952
895
Ω
Ω
6247
971
Ω
Ω
5000
1010
Ω
Ω
4028
1050
Ω
Ω
2662
1134
Ω
Ω
1801
1221
Ω
Ω
1244
1312
Ω
Ω
876
1406
Ω
Ω
628
1505
Ω
Ω
458
1607
Ω
Ω
339
1713
Ω
Ω
255
1823
Ω
Ω
194
1936
De regelaar werkt met 5 KOhm NTC (standaard) en ook
met 1 KOhm PTC voelers Het vastleggen van het voelerty-
pe wordt gedaan tijdens het inbedrijfstellen in het inbe-
drijfstellingsmenu.
Het inbedrijfstellingsmenu verschijnt eenmalig bij het ope-
nen van de bedieningsklep na het inschakelen van de voe-
dingsspanning. Het menu kan door een kort uitschakelen
van de voedingsspanning weer worden geactiveerd.
De voeleromschakeling is van toepassing op alle voelers.
Uitzonderingen:
•
Bij het aansluiten van een analoge afstandsbediening
wordt deze automatisch herkend. Daardoor is zowel de
huidige als de nieuwe versie aan te sluiten op de rege-
laar [stekker I; 1-3 resp.stekker III; 1-3].
•
De regelaar heeft de mogelijkheid door het aansluiten
van een omgevingsvoeler op klemmen [stekker I; 1+2
resp. stekker III; 1+2] een omgevingstemperatuur ge-
stuurde regeling te kiezen. In dat geval kan een onaf-
hankelijk van het voelertype - alleen een
5 KOhm NTC voeler gebruikt worden.
Toebehoren
57