Installation
I
Deel 4: Installatie en inbedrijfname
Deel4:
nstallatie en inbedrijfname
Installation
Montage / Demontage
Principeschema:
A
Regelaar van opzij gezien
B
Schakelbord
C
Bevestigingsklem
D
Ontgrendelingsgat (zie hoofdstuk veranderen van de
instelling)
E
Puntig voorwerp
46
Montage van de regelaar:
1. Bevestigingsklem op de wanddikte van het ketelfront in-
stellen (aan de linker en rechter kant van de regelaar):
a. Bevestigingsklem beneden van de regelaarwand trek-
ken (vertanding).
b. Bevestigingsklem in deze toestand naar beneden of
naar boven verschuiven totdat de afstand van de zij-
kant van de regelaar met de dikte van het ketelfront
overeenkomt.
Stand 1 ≅ 0,5-1,0 mm wanddikte
Stand 5 ≅ 5,0 mm wanddikte
c. Bevestigingsklem beneden tegen de regelaarwand
duwen.
2. Regelaar in de opening van het schakelbord duwen en
controleren of deze goed vast zit. Als dat niet het geval is:
de regelaar verwijderen en de bevestigingsklemmen naar
boven duwen.
Deel 4: Installatie en inbedrijfname