Deel 2: Overzicht van aanduiding en instelwaarden
T OUT BEGR D / T OUT BEGR N (Dag/Nacht)
Alleen geldig wanneer de functie geactiveerd is. => Instel-
waarde "Monteur/Kring/in POMP AAN=01=> pompenscha-
keling volgens verwarmingsgrens"
Overstijgt de door de regelaar gemeten en gemiddelde bui-
tentemperatuur de hier ingestelde verwarmingsgrens, dan
wordt de verwarming geblokkeerd, de pompen schakelen
af en de mixers gaan open. De verwarming wordt weer
vrijgegeven wanneer de buitentemperatuur 1K (=1 graad
Celsius) lager is dan de ingestelde verwarmingsgrens.
T OUT BEGR D = werkt tijdens de verwarmingstijden
T OUT BEGR N = werkt tijdens de afkoeltijden
"----" => De verwarmingsgrens is uitgeschakeld. De circula-
tiepomp wordt volgens de standaardfunctie geschakeld
(zie Hoofdstuk Circulatiepompkring).
STOOKLIJN
De steilheid van de verwarmingscurve geef aan, hoeveel
graden de aanvoertemperatuur verandert,
wanneer de buitentemperatuur 1K stijgt of daalt.
Insteladvies:
Bij lage buitentemperaturen en lage omgevingstempera-
tuur => Verwarmingscurve verhogen (en omgekeerd).
Bij hoge buitentemperaturen (bijv: 16 °C) en lage omge-
vingstemperatuur => correctie met de gewenste omge-
vingstemperatuur.
Aanvoerwatertemperatuur [°C]
100
80
3
2,5
2
1,5
Buitentemperatuur [°C]
Stooklijnendiagram
Instellen 0 => zuivere ruimtetemperatuurregeling
!
De stooklijn kan het best worden ingesteld bij
buitentemperaturen onder 5 °C. Dat moet in kleine
stappen en met lange tussenpozen (minstens 5 à 6
uur) gebeuren aangezien de installatie zich na elke
verandering van de stooklijn op de nieuwe waarden
moet instellen.
Richtwaarde
•
Vloerverwarming
•
Radiatoren
Menu Gebruiker
S = 0,4 tot 0,6
S = 1,0 tot 1,5
23