7. Papierstoringen voorkomen en oplossen
7-1. Papierstoringen voorkomen
Raak het papier niet aan terwijl het wordt uitgeworpen en voordat het wordt gesneden.
Als u aan het papier trekt of ertegen duwt terwijl het wordt uitgeworpen, kan dit een papierstor-
ing, een snijfout of een fout in de regelinvoer veroorzaken.
7-2. Papierstoring verhelpen
Papierstoringen kunt u als volgt verhelpen:
(1) Schakel de printer uit met de voedingsschakelaar.
(2) Druk op de hendel van de printerkap en open de printerkap.
Als u het model met automatisch afsnijmechanisme hebt en de printerkap niet kunt openen,
houdt dit in dat het afsnijmechanisme zich niet in de uitgangspositie bevindt of is geblok-
keerd. Plaats het afsnijmechanisme terug in de uitgangspositie door de aanwijzingen in 7-3
te volgen.
(3) Verwijder het vastgelopen papier.
LET OP
Voorkom schade aan de printer tijdens het verwijderen van vastgelopen papier.
(4) Leg het papier mooi recht en doe de printerkap voorzichtig dicht.
Opmerking 1: Zorg ervoor dat de papierrol recht zit. Als het papier scheef zit bij het
Opmerking 2: Sluit de printerkap door deze aan beide zijden omlaag te drukken. Probeer
(5) Schakel de printer in met behulp van de voedingsschakelaar. Ga na of het storingslampje
uit is.
Opmerking:
sluiten van de printerkap, kan een papierstoring optreden.
de kap niet te sluiten door in het midden te drukken. Mogelijk sluit de kap
dan niet goed.
Als dit lampje brandt, accepteert de printer geen printopdrachten. Zorg er
daarom voor dat de printerkap goed gesloten is.
– 33 –