UITGAVE 04/2010
GEBRUIKSAANWIJZING
6.4
VOORREINIGING EN LEKTEST
De apparaten worden in de fabriek met een olie-emulsie, zuivere olie of oplosmiddel ge-
test.
Mogelijke resten moeten voor de inbedrijfname met een oplosmiddel (reinigingsmiddel)
uit de circuits worden gespoeld.
Incompatibiliteit van reinigingsmiddelen en grondstoffen!
Gevaar voor explosie en vergiftiging door giftige dampen
SIHI_0060_NL
De voorreiniging en de drukhoudtest altijd uitvoeren:
- voordat de installatie nieuw voor de eerste keer in bedrijf wordt genomen
- voordat de installatie na langere opslag weer gebruikt wordt
- voordat de installatie onderhouden wordt.
Het volgende moet in acht genomen
- Het mondstuk nog niet in het pistool plaatsen. Pistool geborgd.
- De pompdruk tijdens het spoelen zo laag mogelijk houden.
- Handleidingen van de afzonderlijke componenten moeten bekend zijn.
Handelswijze:
1. Persluchtvoorziening aansluiten.
2. Reinigingsmiddel op alle 3 pompen aansluiten. Een leeg reservoir klaarzetten en
aarden.
3. Op de drukregelaars van de 3 pompen een lage druk (ca. 0.5 MPa; 5 bar; 73 psi)
instellen.
4. Eerst de spoelpomp met het reinigingsmiddel via de terugloopkogelkraan ontluchten
en reinigen.
5. De spoelkleppen AS en BS met de besturing door component „AZ" resp. „BZ" selecteren.
„Start" indrukken, openen. Terugloopkogelkraan van de spoelpomp sluiten en het
pistool op scherp stellen, in de geaarde lege emmer richten en aftrekken. Als schoon
oplosmiddel naar buiten komt, pistool sluiten en borgen.
6. Druk in de spoelpomp met de drukregelaar stapsgewijs tot de maximale druk verhogen.
Druk 3 minuten vasthouden en de verbindingspunten op dichtheid controleren.
BESTELNUMMER DOC2309946
WAARSCHUWING
Controleer de compatibiliteit van reinigingsmiddelen en grond-
stoffen aan de hand van de veiligheidsdatabladen.
worden:
A
B
B
A
B
A
TwinControl
SET
TwinControl
B_02744
.
46