Beelden die eenmaal naar een computer zijn geëxporteerd, kunnen niet meer op
de camera worden weergegeven.
• Gebruik het softwareprogramma "PMB" om beelden die op een computer zijn opgeslagen op deze
camera weer te geven.
• Registreer het beeld in het beelddatabasebestand en geef het weer in de [Datumweergave]
(pagina 88).
• Gebeurtenisweergave is niet beschikbaar op deze camera.
Geheugenkaart
Kan geen geheugenkaart plaatsen.
• Plaats ze in de juiste richting.
U hebt een geheugenkaart per ongeluk geformatteerd.
• Alle gegevens op de geheugenkaart zijn gewist door het formatteren. U kunt deze niet meer
herstellen.
De gegevens worden opgenomen in het interne geheugen ondanks dat een
geheugenkaart is geplaatst.
• Controleer of de geheugenkaart zo ver mogelijk in de gleuf is gestoken.
Intern geheugen
Kan geen beelden weergeven of opnemen met behulp van het interne geheugen.
• Er is een geheugenkaart in de camera geplaatst. Haal deze eruit.
Kan de gegevens in het interne geheugen niet kopiëren naar de geheugenkaart.
• De geheugenkaart is vol. Kopieer naar een geheugenkaart met voldoende capaciteit.
Kan de gegevens op de geheugenkaart of de computer niet kopiëren naar het
interne geheugen.
• Deze functie is niet beschikbaar.
Afdrukken
Beelden kunnen niet worden afgedrukt.
• Zie de gebruiksaanwijzing van de printer.
De beelden worden afgedrukt met beide randen afgesneden.
• Afhankelijk van de printer kunnen alle randen van het beeld worden afgesneden. Met name wanneer
u een beeld afdrukt dat is opgenomen met het beeldformaat ingesteld op [16:9], kunnen de zijranden
van het beeld worden bijgesneden.
• Wanneer u beelden afdrukt op uw printer, annuleert u de instellingen van bijsnijden en afdrukken
zonder randen. Vraag de fabrikant van de printer of de printer deze functies heeft of niet.
• Als u de beelden laat afdrukken in een winkel met fotoafdrukservice, vraagt u aan het
winkelpersoneel of ze de beelden kunnen afdrukken zonder dat de randen worden afgesneden.
152
NL