1
Activeer de NFC-functie op de
smartphone.
Raadpleeg de gebruiksaanwijzing die bij
de smartphone is geleverd voor meer
informatie.
2
Raak het gedeelte met het
N-merkteken van het apparaat aan
met het gedeelte met het
N-merkteken van de smartphone.
Controleer of
van het apparaat.
Verbinding verbreken met One touch
Raak het gedeelte met het N-merkteken van
het apparaat nogmaals aan met het gedeelte
met het N-merkteken van de smartphone.
Opmerkingen
• Behandel de smartphone voorzichtig wanneer u
de verbinding tot stand brengt, om krassen te
vermijden.
• Verbinding maken met één aanraking is
onmogelijk wanneer het apparaat al is verbonden
twee NFC-compatibele apparaten. In dit geval
verbreekt u de verbinding met een van de
apparaten en brengt u de verbinding met de
smartphone opnieuw tot stand.
Koppelen en verbinding maken
met een BLUETOOTH-apparaat
Wanneer u een BLUETOOTH-apparaat voor
het eerst aansluit, moet een wederzijdse
registratie ('koppeling' genoemd)
plaatsvinden. Door een koppeling door te
voeren, kunnen dit apparaat en andere
apparaten elkaar herkennen. Dit apparaat
kan twee BLUETOOTH-apparaten met elkaar
verbinden (twee mobiele telefoons of een
mobiele telefoon en een audioapparaat).
8
NL
oplicht op het display
1
Plaats het BLUETOOTH-apparaat
binnen één meter van dit apparaat.
2
Druk op MENU en draai aan de
bedieningsknop om [BLUETOOTH] te
selecteren en druk vervolgens op de
knop.
3
Draai aan de bedieningsknop om
[SET PAIRING] te selecteren en druk
vervolgens op de knop.
4
Draai aan de bedieningsknop om
[SET DEVICE 1]* of [SET DEVICE 2]* te
selecteren en druk vervolgens op de
knop.
knippert terwijl het apparaat zich in de
stand-bystand voor de koppeling
bevindt.
* [SET DEVICE 1] of [SET DEVICE 2] wordt
gewijzigd in de naam van het verbonden
apparaat nadat de koppeling is voltooid.
5
Voer de koppeling uit op het
BLUETOOTH-apparaat zodat het dit
apparaat detecteert.
6
Selecteer [DSX-A416BT] op het scherm
van het BLUETOOTH-apparaat.
Als uw modelnaam niet weergegeven
wordt, herhaalt u dit proces vanaf stap 2.
7
Als u een wachtwoord* moet
invoeren op het BLUETOOTH-
apparaat, voert u [0000] in.
* Het wachtwoord kan, afhankelijk van het
apparaat, 'toegangscode', 'PIN-code',
'PIN-getal', 'wachtwoord', enz. worden
genoemd.
Als de koppeling doorgevoerd is, blijft
branden.
Wachtwoord invoeren
[0000]