Verbinding maken met een
iPhone/iPod (automatische
BLUETOOTH-koppeling)
Wanneer een iPhone/iPod met iOS5 of later
wordt verbonden met de USB-poort, wordt
het apparaat automatisch gekoppeld en
verbonden met de iPhone/iPod.
Om automatische BLUETOOTH-koppeling
mogelijk te maken, moet [SET AUTOPAIR] in
[BLUEOOTH] ingesteld zijn op [ON]
(pagina 23).
1
Activeer de BLUETOOTH-functie op de
iPhone/iPod.
2
Verbind een iPhone/iPod met de
USB-poort.
Controleer of
van het apparaat.
Opmerkingen
• Automatische BLUETOOTH-koppeling is niet
mogelijk wanneer het apparaat reeds verbonden
is twee andere BLUETOOTH-apparaten. In dit geval
verbreekt u de verbinding met een van de
apparaten en brengt u de verbinding met de
iPhone/iPod opnieuw tot stand.
• Als de automatische BLUETOOTH-koppeling niet
werkt, zie voor meer informatie 'Een BLUETOOTH-
apparaat voorbereiden' (pagina 7).
Een USB-apparaat
aansluiten
1
Verlaag het volume op het apparaat.
2
Sluit het USB-apparaat aan op het
apparaat.
Gebruik voor het aansluiten van een
iPod/iPhone de USB-verbindingskabel
voor iPod (niet bijgeleverd).
10
NL
oplicht op het display
Een ander draagbaar
audio-apparaat aansluiten
1
Schakel het draagbare
audio-apparaat uit.
2
Verlaag het volume op het apparaat.
3
Sluit het draagbare audio-apparaat
met behulp van een
verbindingskabel (niet bijgeleverd)*
aan op de AUX-ingang (stereomini-
aansluiting) op het apparaat*.
* Gebruik een rechte stekker.
4
Druk op SRC om [AUX] te selecteren.
Het volumeniveau van het aangesloten
apparaat afstemmen op andere
bronnen
Start het afspelen op het draagbare audio-
apparaat bij een gemiddeld volume en stel
uw gebruikelijke luistervolume in op het
hoofdapparaat.
Druk op Menu en selecteer vervolgens
[SOUND] [SET AUX VOL] (pagina 21).