■
Naam en functie van indicatoren
en bedieningselementen op de
binnen-unit
Displaypaneel
3
De gebruiksomstandigheden zijn hierna aangegeven.
1
OPERATION (Wit)
Dit lampje is aan tijdens de werking.
2
TIMER (Wit)
Dit lampje is aan als de timer gereserveerd is.
OPMERKING
Als de timer wordt ingesteld met de bedrade
afstandsbediening, gaat het lampje TIMER niet
aan.
Bij groepsbediening gaat enkel het lampje TIMER
op de kopeenheid aan. (zie "5 BEPERKTE
WERKING DOOR GROEPSBEDIENING")
3
Voorverwarmen/Ontdooien (Wit)
Dit lampje gaat aan als de stroom wordt
ingeschakeld, onmiddellijk na het begin van de
verwarmingswerking of tijdens het ontdooien.
3-NL
2
1
• Conflict in de werkingsmodus Als u
AUTOMATIC OPERATION selecteert in een
model zonder automatische omschakeling
(koelen/verwarming), of als u HEAT selecteert
in een model dat enkel geschikt is om te koelen,
geeft de airconditioner een alarmgeluid (piep,
piep) wegens een conflict in de werkingsmodus
Wijzig de werkingsmodus met de toets MODE
op de draadloze afstandsbediening. Deze
conflictaanduiding kan niet worden opgeheven
met de bedrade afstandsbediening.
• Als een lokale blokkering ingesteld is door
het centrale bedieningssysteem van andere
apparatuur, wordt geen signaal ontvangen, ook
niet als op de toets op de afstandsbediening
wordt gedrukt. Een signaal van de toets
START/STOP wordt echter wel aanvaard. (Het
alarmgeluid "piep" weerklinkt vijf keer na elkaar.)
TIJDELIJK werking
Als u de draadloze afstandsbediening niet meer
terugvindt, als u ze kwijt bent of als de batterijen
leeg zijn, drukt u op de toets [RESET].
• Druk op de toets [RESET] om de airconditioner
te starten.
Druk nogmaals op deze toets om de
airconditioner te stoppen.
OPERATION/RESET-
toets
- 3 -
Gebruikershandleiding
OPGELET