Nederlands
De machine alleen voor die
toepassingen gebruiken, die in de
handleiding staan aangegeven.
De motor produceert
giftige uitlaatgassen
zodra deze draait. Deze
gassen kunnen geurloos
en onzichtbaar zijn. Nooit
in afgesloten of slecht
geventileerde ruimtes met de machine
werken – ook niet met machines
voorzien van katalysator.
Bij het werken in greppels, slenken of op
plaatsen met weinig ruimte steeds voor
voldoende luchtventilatie zorgen –
Levensgevaar door vergiftiging!
Niet roken tijdens het gebruik en in de
directe omgeving van de machine –
brandgevaar!
Uit het brandstofsysteem kunnen
ontvlambare benzinedampen
ontsnappen.
80
Tijdens het werk kan er stof (bijv. uit
kristallen bestaand materiaal uit het door
te slijpen voorwerp), nevel en rook
ontstaan – gevaar voor de
gezondheid!
Bij sterke stof- of rookontwikkeling een
stofmasker dragen.
Om het stof te binden bij voorkeur nat
doorslijpen – bijv. gebruikmaken van de
STIHL wateraansluiting.
Als de motor niet volgens voorschrift
(bijv. door geweld van buitenaf, door
stoten of vallen) werd uitgeschakeld,
deze voor het opnieuw in gebruik nemen
beslist op een bedrijfszekere staat
controleren – zie ook „Voor het starten".
Vooral op lekkage van het
brandstofsysteem en de goede werking
van de veiligheidsinrichtingen letten.
Machines die niet meer bedrijfszeker
zijn, in geen geval verder gebruiken. In
geval van twijfel contact opnemen met
de STIHL dealer.
Niet in de startgasstand werken – het
motortoerental is bij deze stand van de
gashendel niet reguleerbaar.
Geen andere personen in het
werkgebied dulden – voldoende afstand
tot de andere personen houden ter
bescherming tegen lawaai en
weggeslingerde delen. Omstanders uit
de buurt houden en op de gevaren
attenderen.
Nooit een roterende doorslijpschijf met
de hand of met een ander lichaamsdeel
aanraken.
De werkplek controleren. Kans op
beschadiging van buizen en
elektriciteitskabels voorkomen.
In de buurt van ontvlambare stoffen en
brandbare gassen mag niet met de
doorslijpmachine worden gewerkt.
Niet in buizen, blikken of andere
reservoirs slijpen, als niet zeker is dat zij
geen vluchtige of brandbare substanties
bevatten.
De motor niet onbeheerd laten draaien.
Alvorens de machine wordt
achtergelaten (bijv. bij werkonder-
brekingen) de motor afzetten.
Voordat de doorslijpmachine op de
grond wordt gezet:
–
Motor afzetten
–
Wachten tot de doorslijpschijf
stilstaat
TS 700, TS 800