1.5
Diagnosemogelijkheden
00.999.3022/01
Opmerking
Als de laadkabel niet opgewikkeld is en
los op de grond ligt, bestaat er gevaar
om te struikelen.
Let er bij het opwikkelen op dat u de ka‐
bel niet te strak aantrekt en opwikkelt.
Als de kabel herhaaldelijk te strak wordt
aangetrokken resp. opgewikkeld, kan de
kabel breken.
Laadonderbreking
Het laden kan niet met de druktoets (afb. 1/1) worden
afgebroken. Er zijn drie mogelijkheden om het laden af
te breken:
●
Beëindig het laden met de bedieningselementen
van het voertuig. Informatie daarover is te vinden
in de bedieningshandleiding van het voertuig.
●
Koppel de Wallbox los van de spanningsvoorzie‐
ning door de leidingbeveiligingen van het ge‐
bouw uit te schakelen.
●
Als de Wallbox over een externe blokkeerinrich‐
ting beschikt, kunt u het laden via deze blokkeer‐
inrichting afbreken.
Geen reactie van de Wallbox
Als na het insteken van de laadkabel of het indrukken
van de toets (afb. 1/1) geen reactie van de Wallbox
plaatsvindt, controleer dan de spanningsvoorziening
van het gebouw (leidingbeveiligingen, aardlekschake‐
laars).
Led brandt geel
Als een externe blokkeerinrichting is aangebracht,
wordt bij het aansluiten van het voertuig gecontroleerd
of er sprake is van een externe blokkering (bijv. door
sleutelschakelaar of iets dergelijks). Zolang er nog
geen externe vrijgave is, brandt de led geel en wordt er
niet geladen.
●
Geef de externe blokkeerinrichting vrij.
Nadat de externe vrijgave heeft plaatsgevonden,
brandt de led groen.
Led knippert afwisselend geel/rood:
Aardlekschakelaar in de Wallbox is geactiveerd.
●
Voer een optische controle van de Wallbox, van
de laadkabel en van het voertuig uit.
●
Om de aardlekschakelaar te resetten, moet u
langer dan 3 seconden op de toets (afb. 1/1)
drukken. De led flikkert groen.
Na ca. 4 seconden is de Wallbox bedrijfsklaar en
brandt de led groen.
Bedieningshandleiding
A.1.3