Montagehandleiding
N
L1
L2
L3
PE
Afb. 5
Aansluitklemmen van de spanningsvoorzie‐
ning
1
3
Afb. 6
Geopende behuizing van de elektronica
A.1.6
1
8.
De afzonderlijke aders van de toevoerleiding
conform de codering (afb. 5) aansluiten. Bij een‐
fasige voedingsspanning moet de fase op L1
worden aangesloten. De klemmen L2 en L3 wor‐
den bij eenfasige aansluiting niet gebruikt.
Instellen van de laadstroom
De laadstroom van de Wallbox moet overeenkomstig
de leidingbeveiliging van het gebouw worden inge‐
steld. De laadstroom mag in geen geval hoger zijn in‐
gesteld dan de leidingbeveiliging zelf.
Met behulp van de draaischakelaar (afb. 6/1) vindt de
instelling van de laadstroom van 6 tot 16 A plaats.
0
1
2
2
3
4
5 ... 9
Externe vrijgave/blokkering van de Wallbox
De Wallbox kan optioneel via externe schakelelemen‐
ten (bijv. sleutelschakelaar) geblokkeerd of vrijgege‐
ven worden. Daarvoor moet in de behuizing van de
elektronica de stekker (afb. 6/2) worden losgetrokken
en de daarop aanwezige draadbrug worden verwij‐
derd. Op de vrijkomende contacten van de stekker
moet dan een tweepolige leiding worden aangesloten,
Pas op - Klemvolgorde in acht nemen.
Let bij het vastklemmen van de aansluit‐
leiding op de volgorde van de klemmen.
PE, L3, L2, L1, N.
Verkeerde polariteit van de elektrische
aansluitleidingen vernietigt de elektroni‐
ca van de Wallbox!
Opmerking
Het gaat om een klemstrip zonder ge‐
reedschap. Het wegklappen van de be‐
treffende bedieningshendel (afb. 5/1)
opent de aansluitklem, en de betreffen‐
de afzonderlijke ader kan worden inge‐
stoken. Het terugklappen van de betref‐
fende bedieningshendel arrêteert de bij‐
behorende afzonderlijke ader. Er moet
vermeden worden dat meerdere bedie‐
ningshendels tegelijk worden bediend.
6 A (voorinstelling, leveringstoestand)
8 A
10 A
12 A
14 A
16 A
00.999.3027/01