I n s t e l l i n g e n
Dit apparaat voldoet aan de Bluetooth-specificatie 2.0 + EDR die de volgende profielen ondersteunt: generic access, network
access, generic object exchange, hands-free, headset, object push, file transfer, dial-up networking, SIM access en serial port.
Gebruik door Nokia goedgekeurde toebehoren voor dit model als u verzekerd wilt zijn van compatibiliteit met andere
apparatuur die Bluetooth-technologie ondersteunt. Informeer bij de fabrikanten van andere apparatuur naar de compatibiliteit
met dit apparaat.
Op sommige plaatsen gelden beperkingen voor het gebruik van Bluetooth-technologie. Raadpleeg de lokale autoriteiten of
serviceprovider voor meer informatie.
Als functies gebruikmaken van Bluetooth-technologie of als dergelijke functies op de achtergrond worden uitgevoerd terwijl u
andere functies gebruikt, vergt dit extra batterijcapaciteit en neemt de levensduur van de batterij af.
Een Bluetooth-verbinding instellen
Selecteer
Menu
Instellingen
>
Bluetooth
— Selecteer
•
Waarnmb. telefoon
— instellen hoe het apparaat wordt weergegeven voor andere Bluetooth-apparaten
•
Zoeken nr audiotoeb.
•
wilt verbinden.
Actieve apparaten
— controleren welke Bluetooth-verbinding actief is.
•
Gekopp. apparaten
— zoeken naar Bluetooth-apparaten die zich binnen bereik bevinden. Selecteer
•
Bluetooth-apparaten weer te geven die binnen bereik zijn. Selecteer een apparaat en Koppel. Voer het overeengekomen
Bluetooth-wachtwoord van het apparaat in (maximaal 16 tekens) om het apparaat af te stemmen op uw apparaat. U hoeft
dit wachtwoord alleen op te geven wanneer u het apparaat voor het eerst afstemt. Het apparaat maakt verbinding met het
andere apparaat en u kunt met de overdracht van gegevens beginnen.
Naam telefoon
— de apparaatnaam instellen voor Bluetooth-verbindingen
•
Als u zich zorgen maakt om de beveiliging, schakelt u Bluetooth uit, of stelt u
altijd uitsluitend Bluetooth-communicatie van personen die u vertrouwt.
Packet-gegevens
GPRS (General Packet Radio Service) is een netwerkdienst waarmee mobiele apparaten gegevens kunnen verzenden en
ontvangen via een IP-netwerk (Internet Protocol).
U kunt het gebruik van de dienst definiëren door
gegev.verb.
te selecteren en een keuze te maken uit de volgende opties:
Wanneer nodig
— om in te stellen dat de GPRS-verbinding tot stand wordt gebracht wanneer een toepassing deze nodig
•
heeft. De verbinding wordt gesloten wanneer de toepassing wordt beëindigd.
Altijd online
— om het apparaat automatisch verbinding te laten maken met een GPRS-netwerk wanneer het apparaat
•
wordt ingeschakeld.
U kunt het apparaat via draadloze Bluetooth-technologie of een USB-kabelverbinding aansluiten op een compatibele pc en het
apparaat gebruiken als modem om een GPRS-verbinding via de pc in te schakelen.
U kunt de instellingen voor verbindingen vanaf uw pc opgeven door
gegevens
Packet-geg.instllngn
>
Act. toeg.pnt bew.
Alias voor
>
selecteer OK. Selecteer Packet-ggvnstoegpnt, voer de naam van het toegangspunt in om een verbinding met een netwerk tot
stand te brengen en selecteer OK.
U kunt de EGPRS-inbelinstellingen (naam van toegangspunt) ook definiëren op de pc met behulp van de Nokia Modem Options-
software.
Zie 'Nokia PC Suite', p. 43.
instellingen van de pc gebruikt.
Gegevensoverdracht
U kunt uw agenda, contactgegevens en notities synchroniseren met een ander compatibel apparaat (bijvoorbeeld een mobiele
telefoon), een compatibele pc of een externe internetserver (netwerkdienst).
Gegevensoverdracht met een compatibele pc of een ander compatibel apparaat is ook mogelijk als de telefoon zonder SIM-
kaart wordt gebruikt.
Lijst met contacten voor overdracht
U kunt de gegevens van het apparaat alleen kopiëren of synchroniseren als de naam en de instellingen van het apparaat zijn
opgenomen in de lijst met contacten voor overdracht. Als u gegevens ontvangt van een ander apparaat (bijvoorbeeld een
compatibel mobiel apparaat), wordt het bijbehorende overdrachtscontact automatisch aan de lijst toegevoegd, op basis van
de contactgegevens van het andere apparaat.
© 2007 Nokia. Alle rechten voorbehouden.
Connectiviteit
>
>
Aan
om de Bluetooth-functie te activeren.
— zoeken naar compatibele Bluetooth-audioapparaten. Selecteer het apparaat dat u met de telefoon
Menu
Actief toegangspunt
>
toeg.punt, geef een naam op om de instellingen voor het toegangspunt te wijzigen en
Als u de instellingen op zowel de pc als het apparaat hebt gedefinieerd, worden de
Serversynchr.
Bluetooth
en maak een keuze uit volgende opties:
geeft aan dat Bluetooth is geactiveerd.
Instellingen
Connectiviteit
>
>
Menu
>
te selecteren en het gewenste toegangspunt te activeren. Selecteer
en
PC-synchronisatie
27
Waarnmb. telefoon
in op Verborgen. Accepteer
Packet-gegevens
>
Instellingen
Connectiviteit
>
zijn de oorspronkelijke items in de lijst.
Nieuw
om alle
Packet-
>
Packet-
>