Raak deze knop aan om de helderheid van het scherm in te stellen.
Je kunt de helderheid apart instellen voor kaarten in daglicht- en
nachtlichtkleuren.
Wijzig
Je kunt ook de volgende opties instellen:
helderheid
• Dim helderheid als het donker wordt - je RIDER-apparaat gebruikt een
• Schakel naar nachtweergave als het donker wordt - je RIDER-apparaat
Je kunt het kleurenschema van de kaart instellen door Wijzig kaartkleuren
aan te raken.
Veiligheids-voorkeuren
Raak deze knop aan om de volgende veiligheidsvoorkeuren in te stellen:
• Verberg meeste menu-opties tijdens het rijden
• Stel pauzes voor
Veiligheids-
voorkeuren
• Toon veiligheidsherinneringen
• Waarschuw bij gebedsplek of school
• Waarschuw bij overschrijding toegestane snelheid
• Waarschuw bij overschrijding ingestelde snelheid
• Waarschuw als apparaat in de auto achterblijft
Als je een of meer van de waarschuwingen selecteert, word je ook
gevraagd om een geluid te selecteren dat moet worden afgespeeld
wanneer er een waarschuwing wordt weergegeven.
Selecteer of je TomTom RIDER-apparaat je moet waarschuwen aan welke
kant van de weg je moet rijden.
Geef aan of de kaartweergave in speciale omstandigheden moet worden
uitgeschakeld en raak OK aan.
Wat gebeurt er wanneer ik de optie Zet kaartweergave uit gebruik?
Je ziet nu niet langer je positie op de kaart in de rijweergave, maar je ziet alleen
nog informatie over de volgende instructie.
Raak de knop aan en selecteer een optie voor wanneer de kaart moet worden
uitgeschakeld. Je kunt kiezen uit de volgende opties:
• Altijd - de kaart wordt niet getoond. Je ziet alleen informatie over de
volgende instructie en pijlen die de richting aangeven.
• Boven een bepaalde snelheid - de kaart wordt uitgeschakeld als je een
bepaalde opgegeven snelheid bereikt. Deze optie is nuttig voor situaties
waarin de kaart mogelijk de aandacht afleidt, bijvoorbeeld wanneer je hard
rijdt.
• Nooit - de kaart wordt nooit uitgeschakeld.
lichtsensor om het niveau van de achtergrondverlichting te detecteren.
Indien deze optie is geselecteerd, dimt je RIDER-apparaat de helderheid
van het scherm voor een zo rustgevend mogelijk beeld.
gebruikt een lichtsensor om het niveau van de achtergrondverlichting te
detecteren. Als deze optie is geselecteerd, gebruikt je RIDER-apparaat
nachtkleuren in de rijweergave zodra het donker wordt.
42