Inhoudsopgave
Advertenties
6 Plaats het toestel over de schroefkoppen en schuif het omlaag om het op zijn plaats te vergrendelen
7 Draai de platkopschroeven (niet meegeleverd) vast in de bovenste twee voorboorgaten
8 Bevestig het toestel op het montageoppervlak door de vier schroeven aan te draaien totdat ze goed
vastzitten.
Draai de schroeven niet te strak aan, omdat dit de behuizing van het toestel kan beschadigen.
Aandachtspunten bij de aansluiting
U dient de lay-out van het toestel, de voedingsaansluiting, het NMEA 2000 netwerk, en alle geschakelde
toestellen zorgvuldig te plannen voordat u de aansluitingen maakt.
Houd bij het maken van aansluitingen rekening met de volgende overwegingen.
• Dit toestel ondersteunt in totaal maximaal 50 A voor alle actieve kanalen. Houd bij het plannen van
geschakelde aansluitingen rekening met de stroombehoefte van alle mogelijke belastingscombinaties om
ervoor te zorgen dat de totale actieve belasting niet hoger is dan 50 A bij gebruik.
• U moet zowel de kabelgeleider X1 als de kabelgeleider X2 op dit toestel aansluiten, maar u hoeft geen
toestellen op elke draad van de geleiders aan te sluiten.
• U moet alle blootliggende bedradingsverbindingen maken met waterdichte connectoren of waterdichte
krimpkousen.
• Nadat de installatie is afgerond moet u alle ongebruikte blootliggende bedradingsverbindingen isoleren.
• Zorg er bij het aansluiten van een toestel of circuit op de kabelgeleider voor dat de voedingsvereisten voor
het toestel of circuit de nominale SW-zekering voor het kanaal niet overschrijden.
• Bij het verlengen van draden moet u de juiste draaddikte gebruiken die is gespecificeerd voor de
voedingsdraad
(Aansluiten op de voeding,
(X1 Kabelgeleider,
pagina 7,
• Dit toestel moet verbinding maken met hetzelfde NMEA 2000-netwerk als de kaartplotter die u wilt gebruiken
voor digitaal schakelen
pagina 19) en voor de afzonderlijke draden op de kabelgeleider
X2 Kabelgeleider,
pagina 11).
(NMEA 2000 Netwerkverbinding,
LET OP
pagina 4).
.
.
3
Advertenties
Inhoudsopgave
