De instellingen voor de automatische cyclus van de leeftankpomp configureren
Wanneer deze wordt geactiveerd, draait een aangesloten leeftankpomp gedurende 1 minuut, waarna deze
stopt. Dit toestel activeert de leeftankpomp standaard elke 5 minuten en de activeringscyclustijd kan worden
geconfigureerd. U kunt deze waarde wijzigen in 1, 3, 5, 7, 9, 11, 13 of 15 minuten.
OPMERKING: U kunt deze activeringscyclus omzeilen en de pomp instellen op continu draaien door de
leeftankschakelaar op de Garmin kaartplotter gedurende 3 seconden ingedrukt te houden. Wanneer de cyclus
wordt omzeild, loopt de pomp continu totdat deze wordt gestopt.
1 Sluit de SWITCH INPUT: LIVEWELL CYCLE ADJ draad gedurende 3 seconden aan op een
gemeenschappelijke aarding.
De instelling van de looptijd verandert in de volgende hogere looptijd. Op het scherm wordt de nieuwe tijd
tussen cycli weergegeven.
2 Herhaal de vorige stap om de looptijd te verhogen tot maximaal 15 minuten.
OPMERKING: Wanneer de cyclus van de leeftankpomp is ingesteld op 15 minuten, moet u de SWITCH
INPUT: LIVEWELL CYCLE ADJ draad gedurende 3 seconden aansluiten op een gemeenschappelijke aarding
om de looptijd terug te zetten op 1 minuut.
Een schakelaar een andere naam geven
U kunt voor elke schakelaar een aangepaste naam opgeven die moet worden gebruikt in plaats van de
standaardnaam.
1 Selecteer op een Garmin kaartplotter die is verbonden met hetzelfde NMEA 2000 netwerk als het Garmin
Boat Switch toestel de opties Menu > Instellingen > Mijn boot > Overschakelen > NMEA-standaard.
2 Selecteer het nummer van de schakelaar.
3 Selecteer Naam > Wijzig naam.
4 Voer een nieuwe naam in.
5 Selecteer OK.
Een schakelaar labelen
U kunt voor elke schakelaar een aangepast label opgeven. Het label van de schakelaar staat los van de naam
van de schakelaar.
1 Selecteer op een Garmin kaartplotter die is verbonden met hetzelfde NMEA 2000 netwerk als het Garmin
Boat Switch toestel de opties Menu > Instellingen > Mijn boot > Overschakelen > NMEA-standaard.
2 Selecteer het nummer van de schakelaar.
3 Selecteer Label > Wijzig label.
4 Voer een nieuw label in.
5 Selecteer OK.
Schakelaars weergeven en verbergen
U kunt selecteren welke schakelaars worden verborgen of weergegeven op de Garmin kaartplotter.
1 Selecteer op een Garmin kaartplotter die is verbonden met hetzelfde NMEA 2000 netwerk als het Garmin
Boat Switch toestel de opties Menu > Instellingen > Mijn boot > Overschakelen > NMEA-standaard.
2 Selecteer het nummer van de schakelaar.
3 Selecteer Zicht om de schakelaar weer te geven of te verbergen.
24