6 Inbedrijfstelling en inregelen voor water
(voor andere media dan water → 7.1: Low Flow-afstelling).
► Voedingsspanning inschakelen.
> Alle leds gaan branden en gaan één voor één weer uit. Daarmee bevindt het
apparaat zich in de bedrijfsmodus.
► Normale stroming in de installatie laten stromen.
► Weergave controleren en verdere stappen bepalen.
Low
1
0 1 2 3 4 5 6 7 8 9
Low
2
0 1 2 3 4 5 6 7 8 9
Low
3
0 1 2 3 4 5 6 7 8 9
U kunt de fabrieksinstelling op elk gewenst moment herstellen ( → 7.2).
6.1 High Flow-afstelling (optioneel)
Het apparaat legt de bestaande stroming vast als normale stroming en past de
displayweergave aan (alle leds branden groen).
Voer de volgende stappen uit:
► Normale stroming in de installatie laten stromen.
► Druktoets
> Led 9 brandt, na ca. 5 s gaat de led knipperen.
► Druktoets loslaten.
Hiermee is het apparaat aangepast aan de stromingsomstandigheden. Het gaat in
de bedrijfsmodus, het display moet nu voorbeeld 1 weergeven.
8
Flow
High
Flow
High
Flow
High
indrukken en ingedrukt houden.
De fabrieksinstelling is geschikt voor de
toepassing.
► Er is geen verdere instelling nodig.
Normale stroming blijft onder het weergavebe-
reik van het display.
► High Flow-instelling uitvoeren ( → 6.1 ).
Normale stroming gaat over het weergavebe-
reik van het display (led 9 knippert).
► High Flow-instelling uitvoeren ( → 6.1 ).