ECG MONITORING
Als de amplitude van het ECG-signaal tussen de 300µV en 500µV ligt (3-5 mm van amplitude bij afmeting
10 mm/mv) gedurende een periode van 8 seconden, dan zal de melding LOW SIGNAL (zwak signaal) in geel
worden weergegeven onder de ECG-curve.
Als de werking van de stuurimpuls onregelmatig blijkt te zijn, terwijl de melding wordt weergegeven, doe dan het
volgende:
•Selecteer de elektrodedraad met de hoogste amplitude, meestal is dat elektrodedraad II.
•Controleer of de ECG-elektroden juist zijn geplaatst. Controleer of de ECG-elektroden eventueel opnieuw
geplaatst moeten worden.
•Controleer of de ECG-elektroden nog voorzien zijn van een vochtige, geleidende gel.
ECG-scherpfilter
Volg de volgende procedure voor het activeren van het scherpfilter.
1.
Druk op de [SETUP]-toets in het hoofdmenu.
2.
Druk op de [ECG]-toets en selecteer de [OPTIONS]-toets.
3.
Selecteer [NOTCH FILTER] (scherpfilter) om het filter in of uit te schakelen. Wanneer het filter is
ingeschakeld, wordt de indicator "FILT" weergegeven in linker bovenhoek van het scherm. Het filter stelt
de frequentierespons van de weergegeven golf als volgt in:
Met filter:
Zonder filter:
ON
ON
STBY
4.
Druk op [EXIT] om terug te keren naar het hoofdmenu.
24
1,5 tot 35 Hz
0,2 tot 100 Hz
Card ia c Trig g er Monitor 3150
80
PAT IENT ID 858745
11:40
HR
150
I-FILT
I-FILT
60 - 160
2 0 MM/MV
REC: DIRE CT
20 MM/MV
REC: DIRECT
18-JUL-2002
11:40
XRAY OFF
RA
LA
LL
9K
10k 12k
ECG
P ACER DET ECT
DIS ABLE D
Model 3150-B Bedieningshandleiding