5 Elektrische installatie
Voorzichtig!
De elektrische installatie en onderhoud moet
worden uitgevoerd onder toezicht van een
erkend elektrotechnisch installateur. De elek-
trische installatie en de bedrading moeten
worden uitgevoerd conform de geldende
voorschriften.
Sensoren
De VPD kan worden aangevuld met maximaal twee
warmtapwatersensoren; één voor het display en één
voor de regeling. De displaysensor wordt aangebracht
in de dompelbuis voor de displaysensor (UA1) en de
regelingssensor in de dompelbuis voor de regelingssen-
sor (UA2). In gevallen waarbij slechts één sensor kan
worden aangesloten, moet de dompelbuis voor de re-
gelingssensor (UA2) worden gebruikt.
Gebruik de sensoren die bij de warmtepomp (of andere
warmtebron) zijn geleverd. Als er geen warmtesenso-
ren zijn geleverd, moeten deze worden besteld bij de
fabrikant van de warmtebron.
VPD 150, 300
Hoofdstuk 5 |
Elektrische installatie
11